Hè hè, eindelijk eerlijke antwoorden van docenten

Wat vinden ze nou echt, die docenten? Hoe denken ze over jou, het werk en over nog zo wat? Dat vertellen ze natuurlijk niet. Behalve als ze anoniem zijn. Hè, hè, dan geven ze eindelijk eerlijk antwoord.

Docenten, het zijn net mensen. Lui die het stadje inhobbelen en een halve klapper in hun klep gieten. Of twee. Of soms twaalf. En dan de volgende dag gewoon met een knallende harses proberen een paar honderd suffe koppen bij de les te houden. Ja, als je ze zo ziet staan voor de groep, lijken ze net echt. Maar wat gaat er toch schuil in de koppies van het docentenvolk? Wat voor shit krijgen ze in hun inbox, welke lulsmoezen? En wat is nou het allerkutste aan hun baan?

We vroegen twee docenten en een ex-docent om een keertje prijs te geven wat de studenten normaal gesproken niet snel te horen krijgen

Vragen, vragen en nog ’ns vragen. Maar gelukkig nu ook eindelijk de antwoorden. Eerlijke antwoorden. We vroegen namelijk twee docenten en een ex-docent om een keertje prijs te geven wat de studenten normaal gesproken niet snel te horen krijgen. Anoniem, dat wel. Leuk en handig, komen we achter. Maar vooral mooi om te zien dat ze af en toe net zo hard aankloten als de mensen in de bankjes. Dus, in de woorden van de legendary Rapper Sjors: let’s gooooooooo!

Wat is de ergste staat waarin je college hebt gegeven?
‘Met een flinke dinsdagdip. Dan weet je halverwege niet waar je het over hebt, waarom je het vertelt, waar we vandaan komen, waar we naartoe gaan en wat nou eigenlijk de zin van het leven is. Goeiesmorreges.’
‘College geven met flinke koorts, want je meldt je niet ziek als er studenten op je zitten te wachten, dat doe je niet.’
‘Ik bewaar mijn katers, en die heb ik genoeg, voor vrije dagen. Wel heb ik paar keer zwetend van de koorts college gegeven of fietste ik in tranen naar Zernike omdat er privé iets heftigs was gebeurd. Dan moet de show toch doorgaan. Het is makkelijker even door te bikkelen dan zo’n college te verzetten en een hele klas teleur te stellen.’

En tijdens het nakijken?
‘Met de smaak van kots, bier en sigaretten van de vorige avond nog in mijn mond.’
‘Flink teut, dat zeg ik je eerlijk.’
‘Met luciferhoutjes tussen de ogen om vier uur ’s nachts.’

Lul je weleens ergens over, terwijl je het eigenlijk ook niet precies weet?
‘Soms wel. Volgens mij heb ik ooit zelfs een woord verzonnen halverwege een zin.’
‘Zo nu en dan geef ik college over iets dat ik pas de avond daarvoor heb geleerd. De Hanze vraagt nu eenmaal generalisten en geen specialisten. Maar ik bluf me nooit door een vraag tijdens college, daar win ik niets mee.’
‘Ik heb in mijn onervarenheid ook wel eens iets verkondigd waarvan ik nu weet dat het nergens op slaat ja. Oeps.’

Denk je weleens van een student: sjeeezus, wat ben jij dom?
‘Ja, maar ook vaak zat over andere docenten.’
‘Nee. Wel: jemig, wat ben jij passief. Dat je ervoor kiest om direct na college naar Assen te treinen om naast je ouders op de bank De Wereld Draait Door te kijken. Er zijn honderden commissies en  boeken waarvan je iets kunt opsteken, desnoods kun je je sociale vaardigheden polijsten met een avond dansen en drinken.’
All the time. Vooral mailtjes zijn vaak bezopen. Recent voorbeeld: student mailt: ‘Ik heb geen cijfer’. Bijlage: screenshot inclusief cijfer. En dat is geen uitzondering.’

Wat kunnen studenten beter doen als ze iets te laat inleveren: excuses aanbieden of een goede smoes verzinnen?
‘Ik kan een originele smoes altijd wel waarderen. Hoe absurder hoe beter.’
‘Excuses aanbieden, maar een smoes werkt ook. Docenten hebben vaak geen zin om uit te zoeken of je liegt en een discussie is ook te veel moeite. Maar kom met iets beters dan: mijn beste vriendin heeft het uit met haar vriendje en daarom lever ik de opdracht twee (ja echt, TWEE!) dagen later in.’
‘Een goede smoes. De meeste docenten, zelfs de leden van de examencommissie, willen je graag helpen. Maar ze zijn gebonden aan regels en aan wat eerlijk is voor de studenten die wel op tijd zijn. Als je ons een gedegen reden geeft waarmee wij kunnen verantwoorden dat we jou matsen, zijn we beiden geholpen.’

Docenten worden altijd boos als je zit te kloten tijdens een praktische opdracht. Maar hoe vaak zit je zelf op Facebook (of een vergelijkbare bezigheid) in de baas z’n tijd?
‘Vrij regelmatig. Maar ik zit minstens even vaak in mijn eigen tijd te werken, dus dan mag het.’
‘Nooit. als docent zit je niet van negen tot vijf op kantoor. Je krijgt x uren voor het vak dat je geeft en y uur voor de student die je begeleidt. Die uren zijn zelden voldoende, dus doe ik klussen voor de baas in mijn eigen tijd. Dat biedt ook vrijheid, als ik om half elf college heb, slaap ik uit.’
‘Laten we het zo stellen: mijn high score Flappy Bird heb ik niet kunnen halen zonder al die vlieguren tijdens werkcolleges.’

Wat is nou echt het allerkutste aan je baan?
‘Dat ik te vaak beleid moet uitvoeren dat mijns inziens het onderwijs niet ten goede komt en waarvan de student uiteindelijk de dupe is.’
‘Luie studenten die veel van je verwachten, maar zelf geen moeite doen. Ja, jij betaalt collegegeld, maar dat betekent niet dat ik een extra tentamen ga maken en twee uur naast je ga zitten omdat het moment van het gewone tentamen jou niet zo goed uitkomt.’
‘Mail beantwoorden. Veel mailtjes. Gi-gan-tisch veel mailtjes.’

Als je iemand zou moeten aanraden om dit werk te doen, wat zou je dan zeggen?
Go back! It’s a trap! Nee hoor, het is echt een mooie uitdaging.’
‘Als je een beetje een wijsneus bent en wat geduld hebt, is het de leukste baan die er is.’
‘Je mag elke dag met tientallen twintigers in gesprek. Er zitten er altijd wel een paar tussen die je kijk op de wereld verruimen.’