Dromen als kompas.

De zon schijnt door het raam naar binnen. Ik voel de warmte en ik zink weg. Ik voel me licht, alsof ik in de lucht zweef. Ik probeer wakker te worden maar elke keer als ik mijn ogen open, val ik binnen enkele seconden weer in slaap. Mijn droom gaat verder op het punt waar hij was gebleven.
Ik weet niet hoe lang het duurt voordat ik voor de zoveelste keer wakker wil worden. Nu lukt het wel. Ik open mijn ogen, de felle zon schijnt in mijn gezicht. Onder de douche probeer ik mijn droom verder te beleven. Ik spoel het zweet van m’n huid en realiseer me dat mijn droom is afgelopen. De koude tocht dringt door de deuropening naar binnen.

De geluiden in de omgeving worden vager, m’n muziek luider, hier wil ik voor altijd blijven

Dromen doen we allemaal, iedere nacht. Soms droom ik om te vluchten naar een wereld waar het mooier en beter is, om te vinden waar ik naar verlang en wat ik mis. Sommige dromen lijken ver weg, die komen nooit uit, en sommige wandel je zomaar binnen.
Het mooie weer heeft me naar buiten gelokt. Ik loop mijn vaste rondje door het bos en neem plaats op een bankje. De zon tintelt op mijn huid. Ik bestudeer de mensen die langslopen, sommigen alleen en sommigen in het gezelschap van een hond of een geliefde. Mijn kijken wordt voor me uit staren. De geluiden in mijn omgeving worden vager en mijn muziek luider. Hier wil ik voor altijd blijven.
Het is fijn om weg te kunnen zinken in een ogenschijnlijk echte, volmaakte wereld die een glimlach op mijn gezicht tovert. Om even weg te zijn uit het hier en nu. Maar bovenal is het een moment om mijn eigen gedachten te horen, om te kalmeren en om me te laten inspireren. In je dromen plant je de zaadjes voor de toekomst, heb ik ooit gehoord. Ik ben benieuwd welke kant mijn dromen me opsturen.