‘750 warme drankjes in de opstartweek. Niet slecht. Ja, misschien wel heel erg oké, zelfs, er waren nog nauwelijks studenten.’ Sjoerd Emmelkamp, de manager van de uitspanning Wadapartja in de Van DoorenVeste ziet het wel zitten.
Wadapartja op de Campus, strandstoelen voor de deur, binnen een inrichting volgens het beproefde recept van de grote zus, Wadapartja aan het Gedempte Zuiderdiep: urban, industrial, beachy, koloniaal, sixties en relax, hip van alles wat, of in twee 2018-woorden: helemaal prima.
Even serieus, nu, hoe kan dit?
‘De catering op de Hanzehogeschool is in handen van Eurest. Maar in de laatste aanbesteding heeft het Hanzebestuur gesteld dat de winnaar van de aanbesteding één gelegenheid in handen moesten geven van een klein Gronings bedrijf dat duurzame regionale producten gebruikt. Eurest dacht eerst aan Koffiestation, een zelfbrandende koffieleverancier, maar die zijn alleen van de koffie. Zij gaven een tip aan Eurest, en zo kwam Wadapartja in beeld. Het moest allemaal heel snel, in een week of zes. En het was niet eenvoudig. Zo hebben we hier geen keuken.’
Huh, dat is inderdaad apart.
‘We leunen op de logistiek. Veel van ons aanbod wordt bereid in de keuken op het Zuiderdiep, die is in de zomer uitgebreid. Voor het afbakken kunnen we boven terecht, bij Eurest. Het is een kwestie van plannen. De eerste weken is Gezinus hier, één van de eigenaren. Samen bekijken we hoe we alles kunnen stroomlijnen… Koffie? Cappuccino? Met havermelk of met melkmelk?’
Gezinus Winters, wat is er Gronings aan Wadapartja?
‘Sowieso de naam. We zitten nu drieënhalf jaar op het Zuiderdiep, maar nog elke dag krijgen we te horen dat het zo’n leuke naam is. Wat apart, ja is een uitspraak die je veel tegenkomt in de provincie. Niet-Groningers denken soms dat het Indonesisch is. Snap ik ook wel weer.
‘Praktisch alles wat hier in de winkel staat, is te koop. We waren de eerste concept store in Groningen, winkel en eetcafé in één. Het eten komt bijna allemaal hier uit de buurt.’
Aha… Koopt toch elders niet wat uw eigen streek u biedt.
‘Op het menu staan gerechten die zijn gemaakt van producten uit de regio. Onze pastrami komt van het vlees van het Gronings weiderund, brood halen we bij Bakker Luuk, die alleen Groningse tarwe gebruikt, de koffie komt dus van het Koffiestation, de spek en de ham is gemaakt van het vlees van de lokale varkens van Porc d’Or. Hoe minder transport, hoe beter. Voor het milieu, maar ook voor de dieren. Ik wil gewoon weten wat ik op de kaart zet, en er zijn ook steeds meer mensen die willen weten wat ze eten.’
Ons idee is dat studenten het financieel moeten kunnen behappen
Goede zaak, wat serveert Wadapartja aan vega’s & vegans?
‘Misschien dat we onze vegetarische burger naar Zernike halen, de Beanalicious, die ook veganistisch kan worden bereid. Nu al hebben we de Banananananananananastoet, zonder toegevoegde suiker, het broodje Lust je Rauw op de Campus en verder kun je gewoon vragen.’
Geinige productnamen ook, welk gerecht loopt het best?
‘Zonder twijfel de geflankeerde kip. Nee… geen Groninger Meeuw, maar het is wel een beter-leven-kip, nu nog een beter-leven-met één-ster, maar binnenkort met twee sterren. Op Zernike heet-ie trouwens geflankeerd kippetje, want het is een kleiner broodje. Kost dus ook wat minder. Ons idee is dat studenten het financieel moeten kunnen behappen.’
Dat zit wel snor, toch?
‘Het is pas de tweede week. Je weet het nooit helemaal zeker, maar het ziet er veelbelovend uit. Er komen hier veel mensen langs en er zijn er genoeg die binnenwippen. Daar begint het allemaal mee, de beste reclame is die van mond tot mond.’
Hoort, zegt het voort. De cappuccino met havermelk is sowieso verbluffend.
‘Dat bedoel ik.’
