Er woedt een storm.

Verwoeste paraplu’s vliegen over de markt door de gruwelijk harde wind en ik loop er tegenin. Grote regendruppels snijden als messen langs mijn huid. Ik heb vanochtend al twee keer gevloekt. Mijn panty begaf het en mijn melkopschuimer zat te vol, met als gevolg een fontein van plakkende, warme melk op het aanrecht.
Door de harde wind op een groot kruispunt ontstaat er een windhoos die me omverblaast. De grond voelt hard en nat aan. Ik word overeind geholpen door een man.

Wind en regen houden hardnekkig aan, maar het kan me niks meer schelen

‘Kijk je wel een beetje uit?’
Het liefst had ik hem uit schaamte een bemoeial genoemd, maar ik bedank de man voor zijn hulp en loop zo hard als ik kan weg van deze ongemakkelijke situatie.
Ik loop terug naar huis van mijn psycholoog, ik probeer mijn tranen te onderdrukken. Bij mij werkt het zo: hoe meer mensen er zijn, hoe groter mijn behoefte om het huilen te onderdrukken en hoe meer snot en tranen. De harde wind en regen houden hardnekkig aan, maar het kan me niks meer schelen.
Als het niet meezit word ik een tiran voor mijn leefomgeving.
‘Ga even rustig zitten’, klonk het enkele dagen geleden uit mijn vaders mond. Ik wilde niet rustig zitten, het liefst smeet ik het interieur overhoop.

Ik moet enge beslissingen nemen, en dat is precies wat ik ga doen

Het kan niet altijd meezitten, en dat is oké. Mijn voornemen voor een goed jaar mag in duigen vallen, maar níet mijn idee om de controle los te laten, te accepteren dat het soms kut is en om daar je weg in te vinden. Het proces van acceptatie zal nog lang duren. Om te accepteren moet je namelijk loslaten, en om los te laten moet je beslissingen nemen die eng zijn. En dat is precies wat ik ga doen. Wat het me gaat brengen, weet ik nog niet. Maar ik hoop op een weg langs de uitgang van het zwarte gat, met onderweg een aantal lichtpuntjes en als eindbestemming: mezelf.