ESNS17: De ziel van Eurosonic (en Groningen)

Eurosonic is muziek. Moei-lijk veel muziek. Maar om te begrijpen wat het festival zo bijzonder maakt, is meer nodig dan recensies van de optredens. Wat dan? Verhalen natuurlijk.

Momenten waarin de ziel van Eurosonic is terug te vinden. Het delen van een paraplu, bier drinken met je docent of een knipoog van die bloedmooie zangeres. Het zijn de randzaken die Groningen zo mooi maken deze dagen. Het geneuzel. Voor iedereen zijn die ervaringen verschillend. Ik zag de ziel van Groningen en het festival in deze drie momenten:

ESNS17-donderdag-Bolderdijk-18

Steggelen bij de muur
Visualiseer de ridders van de ronde tafel. Vervang nu de ridders door vier blonde dames  en de ronde tafel door een flinke bak patat met mayo. Een lange meid met een knot ter grote van een chihuahua, duidelijk de koning Arthur van het stel, bekijkt het blokkenschema op haar telefoon. ‘KENSINGTOOOOON!’, roept ze luidkeels. Ze wordt bijgestaan door haar vriendin die een gebalde vuist in de lucht steekt en met een bek vol friet mee schreeuwt: “Kenshpfrrfdtoooon!”
De andere twee zijn duidelijk niet overtuigd. Wat volgt, is een discussie over hoe dansbaar de band is, de drukte op het 3fm-terrein en de afstand tussen de Grote Markt en het Ebbingekwartier. Het gesteggel duurt een dikke tien minuten. Uiteindelijk weet de leider van het stel de twijfelaars over de streep te trekken met een steengoed argument.
‘Als ze het nummer Witch Doctor spelen, gaat het hele publiek in rondjes rennen en daar moeten we bij zijn!’
Goed, het is besloten. De ridders bestijgen even later een paar roestige tweewielers om richting het slagveld te trekken. Even wilde ik ze vertellen dat ze de verkeerde band voor ogen hebben, en de beroemde circlepit van De Staat is. Ik wilde ze vragen naar hun omschrijving van Groningen tijdens Eurosonic Noorderslag, maar het is goed zo. Ik wacht op de beelden die gemaakt zijn tijdens het optreden van Kensington waarbij je vier blonde meiden rondjes ziet rennen tussen het publiek.
ESNS17-donderdag-Bolderdijk-10

‘Shhhh…’
‘Moet je eens luisteren’, zegt hij met opgeheven vinger.
‘Wat?’
Shhh.. is het geluid wat hij nu maakt terwijl zijn wijsvinger zijn lippen raakt.
Terwijl we de door de Peperstraat schuifelen, hoor ik twee soorten muziek door elkaar.
‘De electro of de indierock?’, vraag ik.
‘Precies, dát is Groningen tijdens Eurosonic Noorderlag! Je weet verdomme niet eens meer waar je heen moet, zoveel is er te doen’. Hij spreekt met dubbele tong.
Ik vroeg Thijs, een jonge student geneeskunde, om zijn omschrijving te geven van de stad tijdens alle gekte van Eurosonic Noorderslag. Hij zegt me dat hij al een tijdje op weg naar huis is, maar dat hij in twee uur tijd zo’n twintig meter dichter bij zijn woning is gekomen. Het wordt een lange nacht.ESNS17-donderdag-Bolderdijk-15

De paraplu
Alsof er een botsing is geweest in het luchtruim boven Groningen tussen een vliegtuig van De Ruijter en één van Venz, zoveel vlokken komen er uit de hemel vallen. ’t Sneeuwt, en hard ook. Een mooi wit dekentje blijft er niet liggen. Nee, de gele klinkers in het centrum worden bedolven onder een laag drab. Bij elke stap die ik zet, klinkt het alsof er een seksuele handeling wordt uitgevoerd. Niet erg, want ik ga bijna nooit zonder paraplu op pad. Al snel merk ik dat wanneer ik mijn koepeltje opsteek, er in no time iemand bij komt staan.
Voor de Walrus tref ik een ietwat gezette dame van een jaar of dertig onder mijn plu. Ze laat een mentholsigaret op haar lip hangen en graait in haar zakken, op zoek naar een aansteker. Plots valt er een plastic object op de grond. Ik wijs haar op het feit dat haar grinder op straat ligt, een wietverkruimelaar.
‘Nee, was dat maar zo. Jammer dat je dat niet hebt voor vrouwen’, grinnikt ze. Er ontspint zich een vreemd gesprek, tot we erachter komen dat ik het over een wietverkruimelaar heb, en zij over de homo-app Grindr.

Dit zou ik thuis nooit opzetten. Geen haar op mijn hoofd die daar aan denkt

Gierend van het lachen waggelt ze de Walrus weer in. De vrije plek onder mijn regenscherm blijft niet lang onbezet. Op de achtergrond klinkt Hans Hanneman, maar mijn nieuwe vriend is niet onder de indruk van de lokale singer-songwriter.
‘Dit zou ik thuis nooit opzetten. Geen haar op mijn hoofd die daar aan denkt’, zegt de jonge knaap grijnzend met een kop zo kaal als een biljartbal. Ik ben het niet met hem eens, toch hebben we een vermakelijk oppervlakkig gesprek over muzikale voorkeur. Hij kijkt nog eens omhoog en verkiest Hansie Hansie toch boven een barre tocht door de sneeuw. Op het moment dat ik wegloop, werp ik een blik naar binnen. De kalebas staat met mevrouw Grindr te lullen.
De festivallocaties in Groningen fungeren vanavond als één grote paraplu. Schouder aan schouder staan mensen te schuilen. Jong en oud, bobo en hippie, huismoeder en student: iedereen lult met elkaar. Groningse Gemütlichkeit.

Foto’s: Jasper Bolderdijk (c)