Help Tori, help Sint Maarten

Wat doe je als je helemaal niets kunt doen? De Sint Maartense Tori Carter (17) heeft een turbulente week achter de rug. Het huis waar ze opgroeide, aan de Oleanderstraat in de buurtschap Saunders, heeft één klein kamertje dat vermoedelijk de allerergste storm kan doorstaan. Tori, kersvers student aan het Instituut voor Marketing Management van de Hanzehogeschool, wist dat haar moeder Cindy in dat kamertje verbleef, maar vanaf het moment waarop het Caribische eiland op de avond van dinsdag 5 september in de greep kwam van orkaan Irma was er geen contact meer mogelijk.

Huiveringwekkend, categorie 5, daar zat m’n moeder dus helemaal in haar eentje in dat piepkleine kamertje

‘Ons huis is van beton, maar het is ook al zo’n veertig jaar oud. En Irma was echt heftig, categorie 5. Nou, ik heb Omar en Gonzalo meegemaakt en die zaten in categorie 3. Als je weet hoe eng die waren, dan moet Irma echt vreselijk zijn geweest. Huiveringwekkend, en daar zat m’n moeder dus middenin, in haar eentje.’
Tori kon niets doen, ver weg en ook al helemaal alleen, op haar kamer in het centrum van Groningen. ‘De meest Sint Maartenaren in Nederland wonen in de randstad. De dichtstbijzijnde vriendin, Aisha, woont in Zwolle.’ Met Aisha bracht Tori vanaf die onheilspellende dinsdagavond vrijwel alle uren door. Met z’n tweeën speurden ze naarstig naar ieder snippertje nieuws.

Het zwaarst was het niet weten, het wachten, het steeds maar vergeefs proberen om contact te leggen

‘Alles wat we hoorden, lazen of zagen, duidde op totale verwoesting. Dat hakt erin, want je kent die plaatsen en de mensen die er wonen. Het is het thuis van een groot deel van m’n familie en het gaat verder dan dat. Sint Maarten heeft een echte eilandcultuur, op de één of andere manier kent iedereen iedereen.’ Het zwaarst was het niet weten, de bezorgdheid, het wachten. Het steeds maar vergeefs proberen om contact te leggen. Het bellen, mailen en appen met andere Sint Maartenaren, zoals Tori’s broer Romello, die in Eindhoven woont, en vriendin Daphny in Canada. Weet jij al iets? Nee, jij dan? Nee, ook niet.
Informatie begon langzaam door te sijpelen, als aanzwellende geruchten. Dat huis staat nog, die familie is veilig… Tori’s moeder zat er steeds niet bij, Aisha’s familie: taal noch teken.
Na enige dagen druppelde er nieuws binnen waarvan Tori nog banger werd. ‘Plunderingen. Dat was zo erg, ik hoorde dat winkels compleet werden leeggeroofd en vernield. Dat mensen eten en drinken zoeken, snap ik, maar ze waren bezig met het vernielen van de complete economie.’ Tori verklaart het uit de enorme kloof tussen arm en rijk. ‘Op Sint Maarten ben je arm of je bent rijk. Iets daartussenin, zoals in Nederland, bestaat niet. Voor arme mensen was het een kans die ze anders nooit krijgen.’
OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Wanneer precies weet ze niet, maar die vrijdag verschenen er drie woorden op het scherm: we’re okay

Of het ’s ochtends, ’s middags, ’s avonds of  ’s nachts was, weet ze niet meer, maar wel dat het vrijdag 8 september was, drie doorwaakte dagen en nachten later, toen er drie woorden verschenen op Tori’s computerscherm: we’re okay.
‘Dat was zo’n opluchting. Zo blij. Maar daarna was het weer heel lang stil.’ Bovendien was er nog geen levensteken van Aisha’s familie, dat kwam pas vier dagen later, bijna een volle week na het laatste contact.
‘We hebben de moed erin gehouden. Natuurlijk, dat was het enige dat we konden doen.’ Tussen hoop en vrees. ‘Je weet niet precies wat er gebeurt. Wel weet ik dat m’n moeder niet snel bij de pakken neerzit, ze is een echte optimist. Stuur me iets dat me opvrolijkt, was één van haar berichten die sporadisch doorkwamen. Ik schreef terug dat ik naar Sint Maarten zou komen vliegen en dat ik iedereen zou meenemen naar Nederland.’

Uiteindelijk ben ik ervan overtuigd dat het het beste is om de bewoners zelf het heft in handen te geven

Maar dat kan natuurlijk niet. Tori heeft een beter plan. Ze is een inzamelingsactie begonnen. ‘De afgelopen week heb ik aan alle mensen met wie ik in contact stond gevraagd wat we konden doen. Een vraag waar iedereen mee bezig was. Uiteindelijk ben ik ervan overtuigd dat het het beste is om de bewoners zelf het heft in handen te geven. De bewoners van Sint Maarten en de eilanden eromheen, want er zijn meer Leeward-eilanden getroffen. Lokale hulpverleners van de eilanden werken samen in het Hurricane Irma Islands Relief Fund. Daar gaat al het geld dat ik inzamel naartoe. Studenten hebben niet veel geld, maar dat is niet erg, de kleine beetjes helpen. Het medeleven van Nederland en de Nederlanders doet me sowieso heel veel.’

(Foto’s: Luuk Steemers)