Herken je deze dj?

Spichtige kereltjes in zwarte shirts. Ze hebben altijd, altijd, een zwart shirt aan en zijn voortdurend in de weer met knopjes en lampjes. Voor de leek luistert het vast niet zo nauw, zeker niet met twintig bier in de mik, maar er is een zekere correlatie tussen het dragen van een zwart shirt en dj-skills.
Nee, dan de jongens die zich meer interesseren voor volle zalen dan voor leeghoofden. Die een sport maken van het nederig dienen van het Groningse stapvolk. Die gasten, aan hen breng ik een ode. Want als je staat te schudden op Bizzey’s zoveelste herhaal-haal-haal-haal-plaat denken die jongens na over hoe ze ervoor kunnen zorgen dat je blijft dansen nadat Bizzey klaar is, en daar na, na, na.

Dj’s uit de seventies naaiden muziek aan elkaar, die van nu naaien alleen het publiek

De shirts hoeven niet zwart te zijn. Je hebt ook kleurrijke personages in Stone Island-shirts die met een zonnebril staan te draaien (koekeroend!). Ook zij besmeuren het imago van de dj. Het stelt niks meer voor, iedereen kan het doen en het is een gemakkelijke stap naar faam en vrouwen.
Dj’s als die in de discotheken van de zeventiger jaren bestaan niet meer. Die dj’s naaiden muziek aan elkaar, de dj’s van nu naaien alleen het publiek. Goedkope beats, de top-40 langsfietsen, extended mixes waarvoor je niet creatief hoeft te zijn. Dat is het product van de zwartshirts die handige oplossingen ontwikkelden voor situaties waarin creativiteit even niet mogelijk was. Het luisteren naar het publiek is er niet meer bij. Het luisteren naar je eigen inbreng ook al niet. Zwartshirts en Stone Island-gasten draaien maar wat.
Het is geen schande dat ze onderdeel uitmaken van de scene. Het kan, het mag, het is niet verboden. Maar, stappers van Groningen, als ze je weer eens niet verrassen, je niet intuïtief aan het dansen zetten, schudt dan gewoon eens nee in plaats van met je kont. Want als je met je kont schudt, gaan ze door. En dan houdt het dj’en zoals we ‘t ooit kenden, op te bestaan. En dat zou zonde zijn.