Het Olympisch Dorp en ik.

Olympische Spelen, als er íets is wat ik leuk vind… Krampachtig probeer ik m’n lessen zo in te richten, dat ik anytime schaatsen of shorttracken op het digibord kan knallen. M’n leerlingen worden er al gek van. Maar dat maakt mij helemaal niets uit, dit is gewoon een stukje opvoeding.
Je mag het spartaans noemen, of indoctrinatie, maar ik bereik wel wat. Geen van die kinderen had twee weken geleden enige interesse, maar ondertussen juichen ze zo hard als ze kunnen. Prachtig, vind ik dat. Maakt niet eens uit of de schaatsers wel of niet voor Nederland uitkomen. Ik quote: ‘Wow, kijk die ene vet snel door de bocht gaan, hij valt bijna.’ En: ‘Die zwarte is veel sneller dan die blauwe.’ Rondetijden boeien nog niet zo veel, het liefste hebben de kinderen dat er iemand valt, want dat is spannend.

Stiekem vind ik de Paralympics nog knapper dan de gewone Spelen

Ook de sport zelf is prachtig. Nederland domineert het schaatsen als vanouds, al was de tien kilometer een deceptie. Je gunt het hem zo, hè, die Sven Kramer. Ik was wel een beetje jaloers toen Sven Koen Verweij moest aanduwen in de ploegenachtervolging. Ik wil de billen van Koen ook wel even voelen. Overigens hoop ik dat er wat meer aandacht komt voor de Paralympische Spelen. Stiekem vind ik dat zelfs knapper dan de gewone Spelen. Geboren worden zonder linkerbeen, maar ondertussen wel snowboarden. Lopen lijkt me al vrij lastig met één been, laat staan met zo’n plank eronder.
Iets anders, wat trouwens een mooi detail is: het schijnt dat er handenvol condooms worden uitgedeeld aan de sporters en begeleiders. In dat Olympisch Dorp schijnt het nogal goed seksen te zijn. Tinder is de meest gedownloade app. Ik vraag me dan alleen af hoe dat zit met ‘geen seks voor de wedstrijd’. Dat zou ik ter plekke weleens diepgaand willen onderzoeken. Maar anders wil ik wel mee als bidondrager.