Insider.

Het heeft even geduurd, maar ik voel mij nu echt een universiteitsstudent. Voor een deel komt dat op het conto van de familieleden die zo vriendelijk zijn mij eraan te herinneren als ik, in hun ogen, iets doms zeg. Twee simpele woorden, uiterst doeltreffend.
‘Uni, toch?’

Misschien helpt het dat ik inmiddels de achteruitgang van het Academiegebouw heb gevonden

Verder komt het doordat ik nu ruim zes maanden rondloop in de binnenstad van Groningen: het nieuwe is er wel een beetje vanaf. Ik ken nu wat meer mensen dan die van het veilige groepje vrienden. Misschien helpt het ook dat ik inmiddels de achteruitgang van het Academiegebouw heb gevonden waardoor je een deel van de file kunt afsnijden die ontstaat nadat iedereen de Offerhauszaal op de derde verdieping is ontvlucht. Vlak bij de achterdeur bevindt zich een poortje, waardoor je sneller naar het Harmoniegebouw kunt lopen.
Het zijn van die gewone dingen die je effe moet weten. Thee met een goede prijs-kwaliteit-verhouding vind je niet in de kantine en de Starbucks, maar een paar meter verderop in het leescafé van de openbare bibliotheek.

M’n Hanze-collegekaart zit nog altijd in de portemonnee, maar niet meer op een prominente plek

Sowieso een goede plek, dat leescafé. Je kunt er goedkoop eten en voor het werk hoef je het niet te laten, je kunt zo aan de slag want het eduroam-netwerk doet het daar prima. Logisch aangezien het praktisch aan het bumperkleven is met de aangrenzende UB. (Ik heb gehoord dat het goede signaal komt door de grote hoeveelheid wifi-versterkers in de UB.)
Langzamerhand voel ik mij geen outsider meer, zo zoetjesaan hoor ik er bij. Bij die grote brij individualisten die niet eens weten hoe de helft van de mensen in hun klas heten. Dit wil trouwens niet zeggen dat ik m’n Hanze-collegekaart uit m’n portemonnee haal. Die is alleen verhuisd naar een minder prominente plek omdat ik ruimte nodig had voor de klantenkaart van de Lucardi.