Koortsdromen.

Voordat ik door mijn matras sijpel, voel ik nog net hoe een deegroller mijn gezicht platstrijkt.
‘Pas op dat je geen appeltaart wordt’, echoot een meisjesstem zachtjes.
De kunst van het vertellen schuilt in het vinden van de juiste woorden. Maar soms spelen de woorden verstoppertje in het weidse speelterrein van een koortsdroom. En soms worden de woorden dronken en dansen ze naakt rond het vuur, slopen ze fietsen en kotsen ze in het zand. Wanneer woorden aso’s worden, wordt het vervelend. In het semiotische limbo van de koortsdroom klonteren gedachten en emoties aan elkaar tot vermoeiende waanbeelden, aangewakkerd door de stroom van joelende woorden.

Acht boterhammen met pindakaas, in de bureaulade, naast de nietjes en een versleten gummetje

Ik sta op uit bed, vol medelijden blaf ik de hoest van een tandeloze zwerver. Onder de douche poets ik de overgebleven tanden iets minder geelbruin. Direct daarna word ik wakker in het eigen bed. Alweer al die vreselijke moeite. De was in de wasmachine duwen, maar meteen vergeten. De droger opentrekken, die leeg blijkt te zijn. Voor de zekerheid toch de droger een uurtje laten draaien, want anders gebeurt er helemaal niks.
Ik zie bruine boterhammen, besmeerd met een dun laagje pindakaas. Ik gok: ongeveer een week oud, maar ze kunnen ook verser zijn. Ik tel er een stuk of acht, maar ik proef ze niet want ze liggen onderin een bureaulade, naast nietjes en een versleten gummetje.
Gepijnigd door het felle tl-licht hijs ik lusteloos aan een set gewichten. Ik kijk om me heen, ik zie dat iedereen doet wat ik doe. Gekkigheid. Wat doe ik hier? M’n sportschoolabonnement heb ik al jaren geleden opgezegd, toch? Een stel frisroze lippen kussen mij, of misschien kus ik een stel frisroze lippen, het onderscheid is lastig te maken.

Sokken gemaakt van geitenwol beuken ritmisch in op een deur, het geschraap wordt ondraaglijk

De spiegelmuren maken plaats voor mijn eigen bed. Nu weet ik gelukkig zeker dat de realiteit ergens anders is. Ik drijf weg in de kus, totdat ze me vraagt: ‘Heb je je sportschoolabonnement wel betaald?’ Ik houd haar stevig vast, maar zink al gauw door het drijfzand heen, m’n matras dat me opslorpt zoals een sluftergeul het ebbend zeewater. Morgen maar eens kijken of ik nog mag sporten.
Sokken gemaakt van geitenwol beuken ritmisch in op een deur. Ik zit aan de andere kant en houd de hand van mijn autistische broertje vast. Stiekem gesnoept van mijn xtc-voorraad ligt hij te vechten tegen een aanval onverbiddelijke spasmen. Ik barricadeer de deur want dit kan niet veel goeds betekenen. Het geschraap van wol tegen hout begint ondraaglijk te worden.
Warme handen duwen keer op keer, ik vlei me neer, spreid me uit over de tafel, snuffel wat aan de bloem en rol me op tot een balletje. Nooit een veiliger gevoel gekend, tot het cilindervormige gevaarte met een bloedgang naar mijn gezicht afdaalt. Een mandje vol appels mompelt onheilspellende bezweringen. Hout raakt deeg, en ik zak weer door mijn matras.

Heb jij ook van die leuke koortsdromen? Altijd mooi. Stuur ze op naar: nickboer94@gmail.com.
De leukste inzending ontvangt van mij een halflege doos zakdoeken. Ben inmiddels weer opgeknapt, dus de rest mag weg.