Studenten halen wetenschappelijk tijdschrift.

Richard Hartman, Steven van der Duim en Romke Rozema kregen het voor elkaar. Hun artikel over het onderzoek waarop ze afstudeerden aan de opleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken stond afgelopen zomer in het wetenschappelijk tijdschrift Radiography.

Romke, dat heeft een tijd geduurd, zeg.  
‘Dat kun je wel zeggen. Het is drie jaar geleden dat we de Crux wonnen, de prijs voor de beste MBRT-scriptie van het jaar. Vanaf dat moment zijn we bezig geweest om redacties te enthousiasmeren voor ons onderzoek. Kijk, we hebben iets belangrijks ontdekt en we willen dat iedereen dat weet.’

Waarom zou de wereld moeten weten dat substantial CT radiation dose reduction does not affect the preference for CT over direct digital radiography to diagnose isolated zygomatic fractures?
‘Nou, wij hebben aangetoond dat CT-scans waarbij een heel lage dosis straling wordt gebruikt breuken in het jukbeen net zo goed laten zien als scans waarbij meer straling wordt gebruikt. Hoe minder straling, hoe beter.’

Waarom die aandacht voor het jukbeen?   
‘Jukbeenbreuken komen relatief vaak voor. Ga maar na, een auto-ongeluk, een val van de fiets, een tennisbal tegen de oogkas. Het jukbeen is kwetsbaar. Die breuken moeten in beeld worden gebracht voordat er een ingreep kan plaatsvinden. Soms met meerdere röntgenfoto’s of CT-scans.’

Hoe ontdekten jullie dat je net zo goed minder straling kunt gebruiken?
‘We hebben verschillende opnames van dezelfde breuken gemaakt. Opnames waarbij de normale dosis wordt gebruikt, en opnames met lagere doses. Die hebben we laten beoordelen door specialisten, radiologen en laboranten. Daar kwam dus uit dat het voor de diagnose niet uitmaakt of je nu veel of weinig straling gebruikt.’

Dat klinkt simpel, maar hoe test je zoiets?
‘Dat was dus het eerste probleem. Iemand met een breuk in het aangezicht kun je niet meerdere keren scannen. Dan zou hij aan onverantwoord veel straling blootstaan. Daarom hebben we aangeklopt bij de sectie Anatomie van het UMCG (Universitair Medisch Centrum Groningen, red.), in de volksmond beter bekend als de snijzaal. We kregen de kans om onderzoek te doen op het lichaam van mensen die het ter beschikking van de wetenschap hebben gesteld. Normaal gesproken werkt de snijzaal niet met buitenstaanders, maar kennelijk maakten we de juiste indruk. We waren natuurlijk ook vastbesloten om het serieus aan te pakken. Maar aan die medewerking hing wel een prijskaartje, we moesten op zoek naar geld. Dat hebben we gekregen van het lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing van het UMCG en de Hanzehogeschool. Toen hadden we dus de beschikking over vier preparaten waarin we vier verschillende breuken moesten maken.’

Dat lijkt me een klusje voor iemand met een sterke maag.
‘Dat is zeker waar. Er zijn ook veel voorzorgen en voorschriften. Die protocollen en ethische codes zorgen ervoor dat je je heel erg bewust bent van waar je mee bezig bent. En dat is belangrijk. Je noemt het preparaat en dat maakt het wat minder luguber, maar het blijft menselijk materiaal en dat moet je vanzelfsprekend met respect behandelen.
‘Vooraf hadden we een proefopstelling bedacht waarmee we de breuken konden aanbrengen. Uiteindelijk hebben we de gehele proef uitgevoerd bij MBRT, in het Wiebengacomplex. Dat was op een avond, in een hermetisch afgesloten ruimte. Alles onder scherp toezicht van het UMCG.’

En dan héb je iets ontdekt en dan moet je gaan leuren.
‘Tijdschriften stellen hoge eisen aan de onderzoeksopzet, de methodologische onderbouwing en de verantwoording. En ze moeten het een interessant onderwerp vinden. In die zin is Radiography wel weer een logisch adres. En ze waren echt heel enthousiast. Wij ook, trouwens, het sluit aan bij het gevoel dat we hadden na de analyse van de resultaten. Zo van, dit zouden alle mensen in het vak moeten weten. En nu kan dat.’

Wat doen jullie nu eigenlijk?
‘Steven is radiodiagnostisch laborant in Zwitserland, Richard zit in het laatste jaar van de master Geneeskunde en ik loop nu coschappen in het UMCG. Ik wil me specialiseren in radiologie. Dat is en blijft echt een prachtvak!’