Meester Achtbaan.

‘Meester, hij duwt aan mijn stoel!’
‘Meester, ik krijg het zakje niet open!’
‘Meester, zijn we er al?’
‘Meester, wilt u dadelijk met mij in het spookhuis?’
We zijn op schoolreis! Duinen Zathe is de plek des onheils. Leerlingen, juffen en meester gaan helemaal los in botsauto’s, draaimolens en achtbanen. Schoolreis is de dag waarop leerlingen buiten hun boekje mogen gaan. Op school moeten ze gezond eten en leven naar de regels van een strikt traktatiebeleid. Op schoolreis kun je een pop-up snoepwinkel beginnen en een topomzet draaien.

De veiligheidsstang zit vast, de rit kan beginnen… m’n benen en rug krijgen flink wat voor de kiezen

‘Meester, wilt u met mij in de achtbaan?’
‘Nou, vooruit dan maar!’
Om mijn lange lichaam in de achtbaanstoel te krijgen heb ik me in foetushouding gewrongen. De veiligheidsstang wilde nog net vast en de rit kan beginnen. Mijn benen en rug krijgen flink wat voor hun kiezen. Van voor naar achter, van links naar rechts en van boven naar beneden. Het gaat tekeer. Met grote blauwe plekken op m’n rug en kramp in m’n benen, loop ik terug naar het verzamelpunt aan de andere kant van het park.
‘Hoe was het in de achtbaan?’ vraagt de juf bij wie ik hompelend en strompelend mentale steun zoek.
‘Nou, best wel pittig!’
‘Ja’, zegt ze en slaat een extra deukje, in mijn ego. ‘Dat was vanaf hier goed te horen!’
Maar niet te lang getreurd, we moeten door, we zijn niet voor niets op schoolreis in Appelscha.
De attractie waar ik als kind al gek op was, zijn de botsauto’s. In no-time bots ik drie leerlingen uit hun karretjes, huilend verlaten ze het strijdtoneel. Nee, grapje, ik houd me in en laat de leerlingen mij te grazen nemen. Het is hun feestje en die blauwe plekken heb ik toch al.

De trapauto! Heerlijk om daar weer eens in te kunnen springen!

De leerlingen kunnen hun jeugdrijbewijs halen op een verkeerspark.
‘Meesters en juffen jullie mogen aan de zijkant foto’s maken of klim gerust zelf ook in een trapauto’, zegt de medewerker van het park. Dat laat ik me natuurlijk niet twee keer zeggen en ik spring in de trapauto. Heerlijk om dit na bijna vijftien jaar weer eens te mogen doen. Na afloop mogen de leerlingen hun rijbewijs ophalen. De juffen fungeren als tolk, want de medewerkers vragen meer dan tien keer hoe die namen toch moeten worden gespeld. De tijden van Jan, Piet en Klaas zijn voorbij.
Behoorlijk afgepeigerd keren we terug naar Hoogezand. Wanneer de bus bijna bij school is, komt er weer veel leven in de brouwerij.
‘Snel! Allemaal verstoppen!’
Sommige tradities blijven bestaan en ik doe er gezellig aan mee. Hup, onder de banken, ssshhhttttt!