Meester Dikke Fila.

In de afgelopen periode merkte ik dat je aan bijna alles kunt wennen. Een half uur lopen van het station naar school. In het begin voelde het als een strafloop, nu doe ik het fluitend. Het voelt zelfs goed om zo actief te zijn in de ochtend.
Wanneer die klok zo tikt en de koelkast zo bromt, kan ik echt niet slapen, dacht ik. Maar drie dagen later was ik er al helemaal aan gewend.
Voor leerlingen is gewenning ook erg belangrijk. Structuur is misschien wel een beter woord. Het zit hem in allerlei dingen. Welke kleur pen moet ik pakken? Wie is mijn leesmaatje? Hoe ruimen we de schriften op? Enzovoort.

‘Meester! Meester Jaap, hoe schrijf je Lamborghini?’

Structuur zit ook in de planning. Elke dinsdag is het tijd voor begrijpend lezen. Dat is altijd een behoorlijke uitdaging. Veel leerlingen onthouden weinig van wat ze net hebben gelezen. Daarom trek ik er altijd minimaal een lesuur voor uit en zorg ik er vooral voor dat ik één ding blijf doen. HERHALEN. Leerlingen moeten zich strategieën eigen maken waarmee ze teksten beter snappen. De laatste vraag uit het methodeschrift luidt: ‘Wat zou je kopen als je veel geld zou hebben?’
Bij bijna alle jongens komen twee antwoorden terug. Op verschillende manieren gespeld.
‘Een dikke Fila!’
‘Een grote vila!’
‘Een mooie villa.’
Naast die mooie villa moet een mooie/vette/gave auto op de oprit staan.
‘Meester! Meester Jaap, hoe schrijf je Lamborghini?’
De meiden in de klas hebben meer variatie in de antwoorden.
‘Kleding.’
‘Paarden.’
Eén antwoord springt eruit.
‘Ik zou mijn geld verdelen aan mensen die weinig geld hebben.’
Een mooie les.