Meester Jasjes & Dasjes

Maandag was een pechdag. Niet alleen het winterse weer leidde tot stress, ook de nieuwe dienstregeling van de bussen zorgde voor veel ergernis. Normaal kom ik kwart vóór acht aan op stage. Dan heb ik alle tijd om rustig te beginnen. Nu heb ik de volgende keus: om kwart over zeven voor een dichte deur staan of om kwart over acht aankomen als de eerste leerlingen al in de klas rondhuppelen. Gelukkig snapt m’n coach het dilemma en vindt ze het niet erg dat ik er voortaan iets later ben. Maar onhandig is het wel, want ik ben wat voorbereidingstijd kwijt.

Strikken, ritsen, sjaaltje om en vanaf vandaag puzzelen met te grote winterhandschoentjes

De ochtendkringverhalen leken vandaag veel op elkaar. De leerlingen hadden óf het hele weekend sneeuwballen gegooid óf de hele dag voor de televisie gehangen. Een jongen doorbrak de eentonigheid en zei geniale dingen als ‘Ik heb een sneeuwpop gemaakt op de bullebak’ en ‘Ik ben moe, mijn benen zijn nog aan het slapen’.
Elke stagedag strik ik veters, rits ik jasjes dicht en doe ik sjaaltjes om. Maar sinds vandaag is daar het puzzelen met té grote winterhandschoentjes bijgekomen. Als ik eraan denk, schiet het al in mijn rug. Gelukkig doe ik het met liefde. Om mijn rug heel te houden, stimuleer ik de leerlingen om elkaar te helpen. De PABO is daar trouwens ook dol op. Die noemen dat heel chique coöperatief leren. Coöperatief leren is ook mijn ideaal, want dan heb ik de tijd om een slok koffie te nemen.
Bij het uitzwaaien laat een leerling z’n muts vallen. Ik raap hem op en hij reageert.
‘Hé meester, je hebt een barba onder je mond!’
Die kleine stoppeltjes heb ik omdat ik vanochtend te laat ben opgestaan om me nog te scheren. Wie later mag opstaan, staat meestal nóg later op.