Meester Kerstman.

De mooie kerstversiering in de straten omarmt me. De reuzekerstman voor de vitrine maakt me aan het lachen. Ik moet denken aan de kleuters in de kerstperiode van vorig jaar.
‘Meester! Leerling X zei een vies woordje!’
‘Oei, dan loop ik even met je mee! Waar kwam het vieze woordje vandaan?’
‘In de verkleedhoek, meester!’
Ik loop ernaar toe, gris een kerstmuts van een kleuterhoofd en zet hem op m’n kop.
‘Ho-ho-ho, ik heb gehoord dat jij een vies woordje hebt gezegd! Klopt dat?’

‘Ho-ho-ho, dat vindt de kerstman erg mooi! Laat het maar eens zien!

De leerling in kwestie moet er eerst een beetje om lachen, maar zodra ik het herhaal in een nog zwaardere en deftigere stem, is de leerling serieus.
‘Sorry, meester!’ en een paar seconden later spelen de leerlingen weer vrolijk verder. In de kring gebruik ik later weer het kerstmanrollenspel en alle leerlingen zijn helemaal gefascineerd.
‘Kunnen jullie al goed tellen bij juf en meester?’
‘Jaaaa’, roept het kleuterkoor.
‘Ho-ho-ho, dat vindt de kerstman erg mooi! Laat het maar eens zien!’
Ik pak een grote dobbelsteen en laat elke leerling steeds een ander getal zien. Wanneer ze het juiste getal zeggen, mogen ze de jas pakken. Een leerling die zich normaal moeilijk kan concentreren is helemaal gefocust en weet voor het eerst zonder aarzeling het cijfer vijf te roepen. Mijn coach en ik kijken elkaar verbaasd aan. Ik besluit hem nog een getal te laten zien om te checken of het geen toeval was.
‘Dat is zes, meester!’
‘Keurig, leerling X! Pak maar gauw je jas!’
‘Joepie!’
Hoewel dit een spontaan idee was, denk ik dat ik het vaker kan gebruiken. Ik heb thuis nog een foute cowboyhoed liggen. Kan ik daar mooi het liedje van cowboy Billie Boem mee aanleren. Wedden dat ze dat dan zo in hun hoofd hebben?