Meester Pikachu.

In de ochtendkring hebben de kinderen het meestal over dingen als ‘Ik ben naar opa en oma geweest’ en ‘We hebben pannenkoeken gegeten’. Vandaag komen er nieuwe verhalen op tafel en dat danken we aan onze lieve sint. Bijna alle leerlingen hebben dit weekend hun schoen gezet en ze zitten te springen om te vertellen wat erin zat. Eén leerling heeft ‘een pies-ei’ gekregen.
‘Wat zeg je nou?’
‘Een pies-ei!’
Het blijft even stil. Mijn coach en ik kijken elkaar aan en zien elkaars denkrimpels: wat bedoelt die jongen?

Ik schrik… ze zou toch niet m’n Pikachu-onderbroek hebben gezien

Waar de gedachte vandaan komt, weet ik niet, maar ineens weet ik het: hij heeft het over een surprise-ei!
Zo’n heerlijk surprise-ei van chocola.
Na de ochtendkring gaan we naar buiten. Een meisje uit een andere groep komt met een grote glimlach op me af.
‘Hallo, meester Pikachu.’
Ik schrik… ze zou toch niet de Pikachu-onderbroek hebben gezien die ik vorige week in een melige bui bij de Primark heb gekocht? Nee, dat kan niet. Wat is het dan?
‘Nee hoor, ik ben meester Charizard! Graaawh!’
Ze deinst niet eens terug.
‘Nee, u bent gewoon meester Pikachu.’
Doodgemoedereerd zet ze haar wandeling voort.
Even later mag ik de schommels ophangen (Een klusje dat je al snel krijgt als je bijna twee meter lang bent). Ik denk nog steeds na over dat meisje, waarom noemt ze mij Pikachu?
Hé, daar loopt ze.
‘Waarom’, vraag ik, ‘waarom ben ik meeste Pikachu?’
‘Nou, omdat u zulke rode wangen heeft.’
‘Aha’, lach ik, ‘dan ben jij de grappenmaakster van de week.’
Volgende week zal ik haar even scheel aankijken. Misschien ben ik dan meester Psyduck.