Meester Traantje.

Ik weet inmiddels dat de meeste leerlingen van groep 4 van patat en pizza houden, dat ze (helaas) weinig aan sport doen en dat ze fan zijn van Boef en Lil’ Kleine. Is deze klas nog te redden? hoor ik je denken. Ja, want muzieksmaak verandert gelukkig een mensenleven lang (Tenminste bij mij tot nu toe wel). Ik hield vroeger van de Backstreet Boys en Westlife. Nu luister ik naar hele andere artiesten. Van Pink Floyd tot Leonard Cohen en van Coldplay tot Johnny Cash.
Cash’ nummer I walk the line laat ik horen in de kennismakingsles. Een leerling zit zachtjes mee te klappen op het ritme, een ander wiebelt lekker op z’n stoel en weer een ander klapt zachtjes in haar handen.

Johnny Cash, daar lijk ik toch helemaal niet op? Jawel!

‘Nou, wat vinden jullie ervan?’, vraag ik.
‘Wat een relaxte muziek, ik ben veel drukker gewend.’
‘Meester, u lijkt op hem!’
‘Ach, nee, schei uit, ik ben toch hartstikke blond!
‘Ja, maar jullie hebben wel dezelfde vetkuif’
De hele klas knikt instemmend. Geen ontkomen aan, ik ben Johnny Cash.
‘Nou, dankjewel, dit vind ik een fijnere vergelijking dan die met Enzo Knol.’
Na de les is het tijd om naar gym te gaan. Onderweg lopen we langs de kleuterlokalen. Een paar kleuters hebben mij gespot.
‘Kijk! Daar loopt meester!’
Uit alle hoeken en gaten rennen er kleuters op me af en ze willen allemaal een knuffel. Het voelt alsof ik in een eindscéne van een tranentrekkende film zit. Terwijl ik dit schrijf, krijg ik weer een brok in mijn keel. Wat een voldoening geeft dit. Wat is het onderwijs toch mooi!