Meidendingen #1: bijpraten

‘We moeten echt weer bijpraten!’ Eens in de zoveel tijd krijg ik zo’n appje. Bijpraten is echt zo’n meidending waarin ik niet zo’n held ben. Het klinkt alsof je een beetje geforceerd moet praten over wat je de afgelopen weken allemaal hebt gedaan. Als je mij onverwachts vraagt wat ik eergisteren heb gegeten, moet ik al vrij lang nadenken. Dus een overzicht van de gebeurtenissen in de afgelopen weken…

Scharrels hou ik niet bij, denk ik dat vriendin het over Harry heeft, maar is zij alweer twee verder

Ik ben slecht in het onthouden van andermans zaken. Van kennissen en vrienden weet ik soms niet meer wat ze nou precies studeerden. Zo heb ik lang gedacht dat mijn huisgenoot een student Biologie was, omdat ik één keer een studieboek van haar had doorgebladerd dat ik met biologie associeerde. Ze heeft me vijf keer moeten verbeteren voordat m’n brein accepteerde dat ze Taalwetenschappen doet. Scharrels hou ik al helemaal niet bij. Ik denk dan dat vriendin het nog over Harry heeft, maar zij is inmiddels alweer twee verder.
Het is geen desinteresse, ook al kan dat zo overkomen. Misschien lijd ik aan jongerendementie of zit de informatie ergens opgeslagen waar ik gewoon niet bij kan. Voorlopig red ik me er wel mee (tentamens leren gaat me nog goed af).

Misschien moeten ze de misschien-kan-ik-knop uit de datumprikker halen

Het plannen van een bijpraatafspraak is vaak vrij lastig. Want we hebben het allemaal druk. Een druk leven is bijna standaard. Of het is gewoon de fear of missing out, de fomo. Want erbij zijn is meemaken. Lange-termijnafspraken zijn daardoor bijna onmogelijk. Een datumprikker komt van pas, maar als je met meer dan vier man bent, krijg je het toch niet voor elkaar. Misschien moeten ze de misschien-kan-ik-knop eruit halen. Dan worden mensen verplicht om lekker ongenuanceerd Ik kan of Ik kan niet in te vullen. Ook al vind ik dat zelf weer verrekte moeilijk, vooral om Ik kan niet te zeggen. Terwijl dat zoveel voordelen heeft: dan hoef ik niet meer bij te praten en m’n geheugen te pijnigen. Maar dan zie ik die vriendinnen misschien niet meer. Hmm… ik denk dat ik de zaak moet professionaliseren. Ik maak een powerpoint van al m’n belevenissen. Die nemen we dan even snel door onder het genot van een wijntje. Als iedereen dat doet, wordt bijpraten een eitje.