Onze man op Curaçao: meep-meep-vroaarr

Ze hebben het goed voor elkaar in Villa Ananas. Als ik binnenkom liggen vijf bewoners languit op de banken en stoelen in de woonkamer. Buiten zie ik een groot zwembad, omringd door een stevig hekwerk – op Curaçao zie je niet anders. Anna Lubbers, een negentienjarige studente Communicatiesystemen, verblijft vijf maanden op het eiland en viel bij aankomst met haar neus in de boter. ‘In Nederland dacht ik: ik ga goed voorbereid op pad. Dat bleek dus even tegen te vallen.’
We zitten aan de rand van het zwembad. (Iemand interviewen in deze omstandigheden is niet vervelend. Af en toe waait mijn papier weg, dat is m’n grootste zorg.) Anna vertelt over haar warrige aankomst. ‘Toen ik bij de douane kwam, waren mijn papieren niet in orde. Ik moest een stageovereenkomst laten zien en die had ik niet.’ Ze kwam uiteindelijk het land binnen nadat ze plechtig had beloofd om de papieren in orde te maken. Ook op Curaçao heeft de bureaucratie zo z’n grenzen.

Na een paar dagen wennen aan de bizarre hitte, begon de stage

‘Mijn stagebegeleider zou me komen afhalen, maar omdat mijn vliegtuig vertraging had gehad en dat douanegedoe, was ze al weg. Ik ben even gaan zitten en dacht: oké, in paniek raken heeft geen zin.’ Nadat een iets te dure taxi Anna naar Villa Ananas had gebracht, kon het avontuur beginnen.
Na een paar dagen wennen aan de bizarre hitte, begon Anna’s stage bij een distributiebedrijf dat ervoor moet zorgen dat iedereen genoeg te drinken heeft. Ze rijdt er op een scootertje naartoe, iets wat in Nederland geen wenkbrauwen zou doen fronsen. Hier wel.
Na zonsondergang rijd je niet op een tweewieler, zo is hier de gewoonte. ’s Nachts loeren de gevaren. De kans dat je wordt overvallen is niet denkbeeldig en als het regent is rijden op een tweewieler sowieso zo goed als onmogelijk. De slechte wegen zijn dan spekglad door het mengsel van olie en water dat op het wegdek blijft liggen.

Dronken achter het stuur zitten is hier heel normaal

Maar een rijbewijs heeft de studente Communicatiesystemen niet, dus heeft ze weinig keus. Ze trekt zich weinig aan van de risico’s. ‘Het heeft tot nu toe één keer geregend op weg naar mijn stage. Maar ik had geen keus, ik moest wel die kant op. Toen ben ik gewoon heel langzaam gaan rijden. Iedereen raasde me voorbij.’
Dat razen gaat hier in een onbegrijpelijk hoog tempo. Verkeersregels zijn een wassen neus, er wordt gereden waar gereden kan worden en de normen liggen hier net even anders. ‘Dronken achter het stuur zitten is hier normaal’, weet Anna. ‘De politie kijkt er niet eens naar.’ Na slechts drie weken klinkt Anna al als een doorgewinterde Curaçaose. Het aanpassen aan de cultuur gaat haar ogenschijnlijk makkelijk af.
Ik trek de deur van Villa Ananas achter me dicht en zet koers naar huis. Onderweg kijk ik naar de gaten in de weg. Ik weet niet of ik het zou durven, scooteren op Curaçao.