Opgeruimd cabaret.

Theo Maassen, Ajuinen & Look (Thomas van Luyn en Mike Boddé), Jochem Myjer, Diederik Smid, Martijn Kardol. In dat leuke lijstje winnaars van het Groninger Studenten Cabaret Festival staat nu ineens Hanze-student Henk Overdijk. Keurig, toch?

HENK 5 (1200x800)

Op de planchette boven de fris gesopte wc staat, omringd door geurstaafjes, bleekwater en alles- en iets-specifieksreinigers, een graaidoos vol minitubetjes tandpasta. ‘Van de tandartsenvereniging’, zegt Henk Overdijk, ‘als je op hun site verdwaalt kun je proefmonsters bestellen, voor op de toonbank van de praktijk. Ik ben geen tandarts, maar ze zijn wel gratis.’
Oké, hij is cabaretier, een winnaar zelfs, maar ook nog student, en dan moet je wat, het is geen vetpot. Henk is net uit bed, tien uur ’s ochtends, fris gedoucht, nog niet helemaal wakker. ‘Senseo-koffie, sorry, sorry, sorry. Niet te drinken, vind ik. Maar het is nog erger, géén melk. Nee, heb ik niet, creamer, man-o-man, creamer. Ga je dood van, asjeblieft. Ik moet nog ontbijten, als je niet erg vindt. Nee? Bedankt, dat is fijn.’

Een schijtend hondje
Twee beschuitjes met kaas op een schoteltje. Van de bovenste neemt hij één hapje. Op de kast naast het bed staat de juryprijs van het Groninger Studenten Cabaret Festival, een beeldje van een nar en een hondje. ‘Dat is zo goed, een schijtend hondje, zo hoort het, niet te zwaar, gewoon leuk.’ Gewoon leuk, niet te zwaar, zo hoort het. Zo voelde het ook toen Henk op vrijdag 16 november het podium van de Stadsschouwburg in Groningen opstapte voor z’n 25 minuten durende show Zijn we al begonnen?

Vroeger hing ik voor een optreden standaard boven de wc

‘Nee, geen plankenkoorts. Helemaal niet. Ik had er al eerder gestaan, tijdens de halve finale, toen viel het me ook al op, die zaal omarmt je als het ware. Het publiek is heel dichtbij en vriendelijk, ja, warm. Dat voel je echt, dat is ook het mooie van optreden, het contact met het publiek, dat je wat teweegbrengt. In sommige zalen is dat makkelijk. Groningen is zo’n zaal, Leeuwarden is stroever, de Harmonie. Maar wie ben ik om dat te zeggen? De Harmonie is stroever, alsof ik… weet je, misschien ligt dat wel aan mij. Grote kans dat het aan mij ligt. Ja, het ligt gewoon aan mij. Nee, prima zaal, de Harmonie, niks mis mee. Plankenkoorts heb ik wel. Het is natuurlijk een zenuwenboel, enorm. Als in: vandaag gaat het gigantisch fout. Vroeger hing ik voor een optreden standaard boven de wc. Ik heb het zelfs meegemaakt dat ik aan het overgeven was toen er enorm op de deur werd gebonkt, deed ik open en duwde Mario me aan de kant, ook over z’n nek. Een paar minuten later renden we vrolijk het podium op. Dat was met Overdijk & Koevoet, een duo. Ik was eigenlijk altijd een duo. Overdijk & Koevoet en Overdijk & Lammers.’

Millennialproblemen
Henk Hendrikus Hendrik Overdijk is vernoemd naar z’n opa’s die allebei Henk heten. Een enorm voordeel, vindt Henk. ‘Iedereen kent wel een Henk en het bijzondere daaraan is dat vrijwel iedereen daar positieve gevoelens bij heeft. Dat is met Wim toch echt anders, je hebt veel leuke Wimmen, tuurlijk, maar ik ken zeker één Wim die niet zo prettig in de omgang is. Nee, dan Henk. Denk er rustig over na. Henk staat voor nuchterheid en alledaagsheid. Henk heeft een streepje voor en dat gebruik ik in mijn shows.’

Aan grote verhalen over, ik noem maar wat, prestatiedrang en vervreemding onder adolescenten, heeft niemand een boodschap, denk ik

In Zijn we al begonnen? voeren de problemen van millennials de boventoon. Handig, want met z’n 25 lentes is Henk er zelf één. ‘De behoefte om speciaal te zijn, anders dan anderen, het voortdurende moeten presteren, het gevecht tegen het doorsnee zijn. Zulke thema’s onderzoek ik aan de hand van m’n eigen ervaringen. Aan grote verhalen over, ik noem maar wat, prestatiedrang en vervreemding onder adolescenten, heeft niemand een boodschap, denk ik. Iemand heeft eens gezegd: het verhaal van één mens, is het verhaal van de mensheid. Zo is het, en het is leuker om de kern te vangen in een scène of een paar goed uitgewerkte grappen. Die behoefte om speciaal te zijn hebben we trouwens allemaal. Dat maakt het op één of andere manier weer heel normaal, dat is toch vreemd?’
Zeker, een frietje speciaal is ook niet bijzonder. En mensen die door talent of toeval uitzonderlijk zijn, Johan Cruijff en de oude koningin, worden juist altijd geroemd en geprezen omdat ze zo gewoon zijn gebleven.
‘Ja, dat is zo. Wacht, dat moet ik even opschrijven, daar kan ik misschien wat mee. Tussen de bedrijven door ben ik bezig om het programma avondvullend te maken, dat is het idee. Ik heb het enorm druk. Ik werk er ook nog bij, op de Weekendschool waar ik docent ben en jaarcoördinator. We brengen kinderen die het thuis niet breed hebben, in contact met mensen die vertellen over hun beroep, artsen, advocaten, noem maar op. Ik moet ervoor zorgen dat er iedere week zo iemand voor de klas staat.’

Bordje boven het bed
Henk heeft het werk te danken aan z’n opleiding Social Work, waar hij is gevorderd tot het tweede jaar. ‘Mhhh, ja, niet zo best. Het wil nog niet vlotten, eigenlijk. Ik wil de studie afmaken, echt, maar of dat me zal lukken? Ik vond en vind vakken als groepsdynamica, gespreksvoering en psychologie erg interessant, maar de manier waarop je die kennis later mag gebruiken, trekt me niet. Het is vooral begeleiden, het behandelen van cliënten is er niet bij. Maar misschien zie ik het verkeerd, ik weet niet, volgend jaar moet ik op stage. Hoewel, dit jaar is verloren.’

Je loopt de stad in en je denkt, nu gaan we wat beleven, dingen meemaken, ogen en oren open en inspiratie opsnuiven. Mijn ervaring is dat er dan dus niks gebeurt

Henk heeft het druk, want hij doet alles zelf. ‘De helft van de tijd ben ik kwijt met regelwerk. In december twee optredens, in januari tot en met mei vijftien en dat zouden er best weleens veertig worden. Ik ben een halve ondernemer, ik wil zelf beslissen waar ik optreed. Als je een impresariaat in de arm neemt, ben je je geld kwijt en voor het weet sta je leuk te doen op één of ander personeelsfeest. Daarvoor moeten ze mij niet nemen, ik ben geen stand-upper. Weet je het verschil? Heb ik zelf bedacht: voor een stand-up comedian is de grap het doel, voor een cabaretier is de grap een middel. Voor welk doel mag hij zelf beslissen.’
Humor is voor Henk bloedserieus. Als kleine jongen, druk in de weer met imitaties van Jochem Myjer, droomde hij al van een toekomst in het theater. Boven z’n bed hangt, keurig recht, een bordje met de tekst Om je dromen waar te maken, moet je eerst wakker worden.
Onder de vetplanten en de sanseveria in de potjes, staan schoteltjes. Alles is hier tip-top, spic & span, als om door een ringetje te halen.

Altijd een duo gebleven
‘We moeten het nog over het creatieve proces hebben’, vindt Henk. ‘Je loopt de stad in en je denkt, nu gaan we wat beleven, dingen meemaken, ogen en oren open en inspiratie opsnuiven. Mijn ervaring is dat er dan dus niks gebeurt. Als in: helemaal niks. Nee, maar dan ben ik thuis, en dan komt Rick langs, Rick Lammers van Overdijk & Lammers. We zijn altijd een duo gebleven, ere wie ere toekomt, dat moet wel even gezegd worden. Rick dus, en die klapt z’n laptop open en dan ga ik aan de afwas, het huishouden doen en ondertussen kletsen we en dan gebeurt het. Op die momenten, het goede idee, de geniale inval, zet ik de wereld stop en schrijft Rick het op.
Inspiratie is een kwestie van ontspannen. Ontspanning is schoonmaken, dus inspiratie is schoonmaken. Ja, het is hier erg netjes.’ Op de salontafel staat nog steeds het schoteltje met de twee beschuitjes met kaas.