Opstootje.

Twee bestuurders tegenover elkaar: een automobilist en een buschauffeur. Krapjes grenzen hun neuzen aan elkaar in een smalle straat vol schuin geparkeerde wagens. Over en weer slingeren ze elkaar wilde handgebaren toe, bijna ritmisch op de klank van hun claxons. Harkerig hoorngeschal. Allebei vinden ze dat zij het recht hebben om voor te gaan. Als bronstige rammen staan ze tegenover elkaar te dampen en te stampen. Het is misschien niet de oorzaak van het oponthoud, maar wel de reden voor deze impasse, deze doodlopende steeg waarin het oponthoud niet ophoudt.

Uiteindelijk, als het hem te lang heeft geduurd, gaat de automobilist over tot een verrassingsaanval

Het spreekwoord zegt dat de tijd vliegt, maar dat is niet altijd waar. Hier kruipt de tijd, traag en stroperig. De mensen buiten zijn als schapen die zich komen vergapen aan de sensatie die hier gaande is, de passagiers in de bus kunnen er alleen maar om zuchten. Langzaam bewegen de twee voertuigen zich dichter naar elkaar toe, ze zetten zich volledig klem in deze worstelwedstrijd van staal en kunststof. Zenuwslopend, de kemphanen drukken elkaar steeds dieper in een verwurgende houdgreep. Uiteindelijk, als het hem te lang heeft geduurd, gaat de automobilist over tot een verrassingsaanval. Hij wijkt niet uit, met een onverwachtse manoeuvre forceert hij z’n wagen de stoep op en rijdt om de bus heen. Achter zich laat hij de verbijsterende blikken, en een buschauffeur waarvoor de weg weer openligt. De bus kan z’n route vervolgen.
Wie werkelijk voorrang zou moeten geven doet er niet toe. Een uur eerder had ik nog bij de McDonald’s op de Westerhaven gezeten. Starend uit het raam, waar de beelden beter zijn dan die op de televisie, aanschouwde ik een jochie dat naar een wildvreemd meisje liep. Zonder iets te zeggen gaf hij haar het speeltje dat hij bij z’n Happy Meal had gekregen. Haar ogen glunderden toen ze dat stukje plastic in haar handen had. Het hoeft toch allemaal niet zo moeilijk te zijn? Naar mijn idee kunnen we wel wat leren van dat jochie bij de McDonald’s.

Foto: Renno Hokwerda