OV vergeten 19 euro grvrgrrrd!

Negentien euro. Dat is wat vergeetachtigheid je kost als het aan Arriva, Connexxion en andere busmaatschappijen ligt. Dat je instapt, fucking haast hebt omdat je vlucht voor je ex, je thuisthuis verlaat of juist opzoekt, en dat je dan op de tweede tree van de bus krampachtig zoekt naar je OV, die op dat moment ook je waardigheid lijkt te vertegenwoordigen. En dat je ’m dan niet kunt vinden en van binnen begint te koken omdat je je telefoon voor werkelijk alles kunt gebruiken, zelfs voor het betalen van je pilsje in de kroeg, maar de OV digitaliseren… ho, maar.
Dan maar de buschauffeur lief aankijken.

 Zonder blikken of blozen gebaart de niet-eigenaar-busmeneer van lijn 315 dat ik moet dokken

‘Ai, dan kan ik niets voor je betekenen, het is niet mijn bus, vriend’, zegt de meneer achter het stuur.
Ik probeer hem duidelijk te maken dat ik m’n portemonnee niet bij me heb en vraag of ik contactloos mag betalen.
‘Negentien euro, alsjeblieft.’ Zonder blikken of blozen gebaart de niet-eigenaar-busmeneer van lijn 315 dat ik moet dokken. Verdomme, dan ben je overduidelijk student en nog moet je geld betalen voor het ontbreken van je betalingsbewijs.
‘Bij de NS krijg je het wél terug’, probeer ik. Met mijn wanhopigste gezicht laat ik de foto van mijn OV zien die op m’n telefoon staat. Het baat niet. De prijs voor vergeten is vandaag negentien euro. Dit doet pijn.
Ik reken af, onderdanig als ik ben, en werp mezelf in een stoel. Uiteraard weer zo één met een verhoogd plateau, boven een wiel, waarop je anderhalf uur huilend en hobbelend moet doorbrengen, totdat je in Grunn bent waar je de fysiotherapeut kunt bellen voor een afspraak.

Na een half uur begint in te dalen dat ik vandaag betaal voor alle keren dat ik wél wegkwam met m’n verhaal

Ik probeer m’n gelijk te halen, en vooral die negentien euro. Ik schraap m’n keel en bereid me voor op een onderhoud waarin ik zal spreken als Frans Timmermans. Ik zit dicht genoeg bij de buschauffeur om hem mee te laten luisteren. De helpdesk van de busmaatschappij hoort mij aan.
‘Ja, meneer, helaas kunnen we u geen restitutie bieden’, krijg ik in meerdere varianten te horen. Ik leg semi-boos neer, en na een half uur begint in te dalen dat ik vandaag waarschijnlijk betaal voor alle keren dat ik wél weg kwam met mijn verhaal. De keren dat de buschauffeur over z’n hart streek en me als verstekeling meenam. Langzaam zakt m’n frustratie weg.
On topic: tijdens mijn woedende speurtocht stuitte ik online op proeven met een digitale OV. Dat geeft de busreiziger moed. Met onze telefoon zijn we immers vergroeid.