Paarse string.

Het meest ongemakkelijke wat ik deze week tot nog toe heb meegemaakt gebeurde gisterochtend. De meeste kinderen in mijn kleutergroep vinden het erg lastig om hun veters te strikken. Lieve juf als ik ben, ga ik meteen op de knieën. Ik breng heel wat tijd door op m’n knieën tegenwoordig. Broeken dichtknopen, jassen vastritsen en snotneuzen wegpoetsen. Allemaal hurk- of knieklussen. Vroeger ging ook weleens door de knieën, maar dat was om andere redenen. De goedkoopste kwark uit het zuivelschap van de Jumbo vissen (die dan net weer helemaal achteraan staat). Of om te braken in de wc na het drinken op een doordeweekse dag.

Met een trui om m’n middel zette ik de werkzaamheden voort: gewoon doen alsof er niets aan de hand is

Maar goed, toen ik vandaag bezig was met m’n pedagogisch-didactische werkzaamheden, scheurde ik nogal volledig uit mijn broek. Van voor naar achter, string zichtbaar, alles. De kindjes riepen nog net geen paars. Gisteren heb ik ze net geleerd hoe je van blauw en rood paars kunt maken. Paars, voor de duidelijkheid, is de kleur van mijn string. Ik sta nou niet bekend om mijn verlegenheid (to say the least), maar dit was echt zeldzaam awkward. Direct een vriendinnetje dat een huissleutel van me heeft proberen te bellen, maar tevergeefs. Die heeft natuurlijk ook een leven te leiden, snap ik.
Met een om mijn middel geknoopte trui zette ik de werkzaamheden voort. Gewoon doen alsof er niets aan de hand is, dat idee. Niks van aan trekken. Want het kan altijd erger.
De vorige keer dat ik uit mijn broek scheurde, gebeurde op een nóg gênanter moment. In aangeschoten toestand (ik druk me hier misschien iets té zacht uit) klom ik op de draaibar. Altijd een superrrrrridee, maar in aangeschoten toestand nog superder. Ik werp m’n rechterbeen zo charmant als in deze omstandigheden maar mogelijk is, in de hoogte en laat deze elegante cancan-beweging vergezeld gaan van een keihard scheuren van katoen.
Ligt het aan de kwaliteit van mijn broeken? Of aan de bewegingen die ik erin maak? In ieder geval, de hele kroeg kon zich vergapen aan mijn ondergoed en omstreken. Ik droeg toen een zwarte string en zwart valt gelukkig niet op in het donker. Ook toen heb ik gedaan alsof het zo hoorde, gesterkt door mijn levensmotto: als je maar genoeg drinkt, heb je het op een gegeven moment vanzelf niet meer door.
Gisteren redde ik het helemaal op louter cup-a-soup en thee. Wie wordt hier nou volwassen?