Paastentamens.

Pasen is voor mij het feest van betrapt worden. Of het nou de eitjes zijn die je over het hoofd zag en nu onder je hiel plakken of het besef dat je deze twee extra dagen niet hebt gebruikt voor de studie, maar voor soggen to the max, het is min of meer allemaal betrapt worden. Heel vaak sta ik er niet bij stil, maar zo af en toe ontkom ik er niet aan, dan betrap ik mezelf. Eens in de week rangschik ik de dingen die ik deed, de dingen die ik niet deed en de dingen die ik had willen doen. En het laatste rijtje is altijd het langst.
Iedere week staar ik beteuterd naar de overblijfselen van m’n plannen, ze lijken op de zilverpapiertjes van de chocolade-eitjes die achterbleven. Lege omhulsels van een eens smakelijke inhoud.

De restanten van onze paasbrunch drukten iets oneerbiedigs uit

Deze week betrapte ik me erop dat je tentamens ook als zo’n verkreukeld omhulsel kunt zien. Wat ik daar opschrijf is een restant van de enorme bult kennis die ik heb opgevreten, maar waarvan maar een schrale hoeveelheid in m’n brein is blijven hangen. Ieder pondje gaat door het mondje telt al niet zo bij mij, maar dat geldt dus kennelijk ook voor kennisvergaring.
Met Pasen deed ik dus uitgebreid niks, ik was thuis, waar m’n moeder, zoals op iedere feestdag, een uitgebreide brunch had bereid. Vet veel eten. Na gedane zaken lag de tafel bezaaid met allemaal chocolade-ei-papiertjes. Die restanten drukten iets oneerbiedigs uit, want terwijl wij nagenietend over onze buikjes wreven, was mamma alweer druk in de weer met het wegwerken van de rommel. Ik deed een poging om de ervaring volgend jaar een beetje wederkeriger te maken. Een beetje halfslachtig: ik bood haar aan om de volgende keer de brunch te betalen.
Haar reactie drong niet goed tot me door. Mijn gedachten waren toch naar de tentamens afgedreven: kan ik de school geen geld geven voor het verliezen van al die kennis die ze me hebben gegeven, kan ik geen boete betalen voor het tussentijds vergeten?