Papieren wenselijkheid.

Als ik vroeger een snoepje wou, kon ik beter naar papa gaan dan naar mama. Voor hulp bij huiswerk, of als ik me niet lekker voelde, was mama het juiste adres. Als kind dacht ik vaak na over de strategie die ik kon volgen om te krijgen wat ik wilde. En ik dan toch nog nee te horen kreeg bij ouder 1, ging ik naar ouder 2.
Bij Communicatie & Multimedia Design is mijn studievoortgang net zo debatable als het snoepje vroeger. was. Waar de één net aan een onvoldoende haalt, pakt de ander met vergelijkbaar werk een acht. Waarom, vroeg ik aan de procescoach, zoals dat dan heet (sorry, not sorry voor het cynisme). Ik kreeg een scheef lachje terug en de boodschap dat er zoiets is als een papieren wenselijkheid en een realistische werkelijkheid.

‘Heb je dan geen respect voor mijn professionaliteit?’

In dat gesprek stond ik me trouwens mateloos te verbijten over de bijval die de coach van m’n klasgenoten kreeg. Veel dieper konden ze zich niet in de vingers snijden, maar een discussie teweeg brengen is zo ongeveer de grootste angst op de opleiding.
Het werd me duidelijk dat de procescoach niet zat te wachten op mijn uitvoerige kritiek op het systeem. Hij deed het af met de vraag: ‘Heb je dan geen respect voor mijn professionaliteit?’ Daarna wees hij me op zijn kunstloopbaan en zijn afstudeerprestatie aan de Hanze (cum laude!). Als dat oordeel net zo tot stand is gekomen als de cijfers die hij als docent uitreikt, werd er op die opleiding kennelijk bar weinig gediscussieerd, wat me vreemd lijkt voor een kunstopleiding.
Enfin, de papieren wenselijkheid – het streven van de school om een tastbaar product in handen te krijgen als resultaat van een creatieve opdracht – is dus bijna precies hetzelfde als het oordeel van de vakman, de docent. Daar valt wat voor te zeggen, maar waarom zo onverbiddelijk? Dit vind ik, docent, een onvoldoende, dus ís het een onvoldoende. Waarom zo ja-nee, zo zwart-wit? Het oordeel over de uitvoering van een creatieve opdracht is toch niet boven alle twijfel verheven?
Maar goed, als het zo moet, dan moet het maar zo. De volgende keer ga ik gewoon naar een andere coach voor m’n snoepje, ik bedoel cijfer.