Schijnzelfstandigheid zonder zekerheid?

Niet uitzendbureaus, maar digitale platforms bieden tegenwoordig de snelste oplossing als je met spoed werk nodig hebt. Je installeert een app en binnen een paar kliks heb je een klus. Platforms als Deliveroo en Uber beloven vrijheid en zelfstandigheid. Maar in hoeverre is er eigenlijk sprake van schijnzelfstandigheid en wat betekent deze nieuwe vorm van werken voor het belastingsysteem?  HanzeMag sprak met Hanze-docent belastingrecht Koos Reitsma.

Hoe zou je de platformeconomie omschrijven?
‘Het is een nieuwe vorm van werken en een nieuwe vorm van het aanbieden van diensten. De maatschappij ontwikkelt, het recht ontwikkelt en werkverhoudingen ontwikkelingen. Door het gebruik van het internet en het ontstaan van deze platforms kan dienstverlening en de manier van werken anders worden ingericht. Hier komen belastingtechnische en juridische vragen bij kijken, namelijk of degene die het werk gaat uitvoeren daadwerkelijk zelfstandig is of  eigenlijk in dienstbetrekking is, daar zit wel een belangrijk verschil tussen. Het is de vraag of de juridische wetgeving en de belastingwetgeving wel is voorbereid op deze ontwikkelingen.’

Vormt de ontwikkeling van de platformeconomie een maatschappelijk probleem?
‘Dat zou kunnen. Veel van de platforms ontstaan met goede bedoelingen, maar er zit vaak een keerzijde aan. Degenen die via het platform werken hebben niet altijd door wat deze keerzijde is. Als werknemer krijg je een bepaalde bescherming, zoals doorbetaling bij ziekte en een sociaal vangnet als er iets ernstigs gebeurt.

Het ontstaan van deze platformeconomie zou een lichte ontwrichting kunnen betekenen, waarbij veel geld bij een kleine groep partijen terecht komt

Dat verhaal wordt anders als je als zelfstandige wordt gezien, dan zijn ziekte en andere belemmerende omstandigheden ineens je eigen probleem. Ook moet je in dit geval concurreren met anderen die hetzelfde werk misschien tegen een veel lager tarief willen doen. De kapitalistische gedachte kan iets te ver doordrijven als er geen beschermingsmaatregelen worden genomen. Het ontstaan van deze platformeconomie zou een lichte ontwrichting kunnen betekenen, waarbij veel geld bij een kleine groep partijen terecht komt. De meeste platforms ontvangen provisies per uitgezette opdracht, daarnaast moet je soms betalen als je lid wilt worden van het platform. Al deze vele kleine bedragen samen vormen al gauw een behoorlijk bedrag.’

Digitale platforms als Deliveroo en Temper zeggen invulling te geven aan de behoefte aan vrijheid. Hebben werkzoekenden wel echt zo’n behoefte aan vrijheid?  Zoeken zij hun heil niet bij deze platforms omdat het vinden van een vaste baan veel lastiger is?
‘Het constant benadrukken van die zogenaamde vrijheid is inspelen op het gevoel. Er wordt veel geroepen dat je geen vrijheid zou hebben als je in dienstbetrekking bent. Ik vind het zelf wel meevallen. Als docent in vaste dienst heb ik bijvoorbeeld een grote mate van vrijheid om te bepalen hoe ik mijn colleges invul. Mijn collega’s doen het op een andere manier, dat mag en kan.

Vrijheid is heel mooi, maar wat we doorgaans ook graag willen hebben is zekerheid

Als zelfstandig ondernemer kan je inderdaad in grotere mate zelf bepalen hoe je je tijd inricht, maar hoe vrij ben je werkelijk als je via platforms werkt waar allerlei algoritmes achter zitten? Er zit vaak een bepaalde rekenwijze achter welke opdracht je wel kan aannemen en welke niet. Er zit nog wel een kern van waarheid achter die vrijheid, maar het argument wordt volgens mij verkeerd gebruikt. Vrijheid is heel mooi, maar wat we doorgaans ook graag willen hebben is zekerheid, dat is misschien een nog prettiger gevoel.’

deliveroo-roel-wijnants

Om schijnzelfstandigheid tegen te gaan moet je als ZZP’er officieel meerdere opdrachtgevers hebben, maar  bezorgers voor Deliveroo hebben dit vaak niet. Waarom wordt hier niet op ingegrepen?
‘De specifieke casus van Deliveroo is al door de rechter behandeld. De rechter heeft uiteindelijk Deliveroo toch gelijk gegeven en niet de persoon. Ik vond dat zelf opvallend, ik had een andere uitspraak verwacht. Wat blijkt is dat je altijd moet kijken naar wat er in een individuele situatie speelt om te bepalen of iemand een werknemer is of niet.

Deliveroo is een voorbeeld waarbij de werkverhouding eigenlijk in het midden valt, tussen ondernemerschap en dienstbetrekking in

Als het contract behoorlijk vrij is opgesteld en het uit eigen beweging is ontstaan, is er toch sprake van een grote mate van vrijheid in het wel of niet accepteren van het contract. Als er daarnaast weinig tot geen aansturing is naast het verzoek om iets weg te brengen, blijft er helaas weinig over van een dienstbetrekking. Terwijl een belangrijk kenmerk bij dienstbetrekking veel repeterende werkzaamheden zijn, wat bij Deliveroo bezorgers weer wel het geval is. Deliveroo is een voorbeeld waarbij de werkverhouding eigenlijk in het midden valt, tussen ondernemerschap en dienstbetrekking in.’

Wanneer het gaat om schijnzelfstandigheid is deze zogenaamde zelfstandige doorgaans de verliezende partij, omdat deze geen aanspraak kan maken op sociale zekerheden. Hoe kan deze schijnzelfstandigheid het beste worden aangepakt?
‘Er is nu een roep om zowel de juridische wetgeving als de fiscale wetgeving aan te passen. Ik denk dat het belangrijk is om het eerst goed juridisch te regelen omdat het fenomeen werknemer juridisch bepaald is. We moeten goed kijken of we dit begrip niet anders moeten gaan inkleden en uitleggen. Zolang dat niet gebeurt, heb je nog steeds te maken met de wettelijke definitie die er nu is en alle uitspraken van rechters die er op dit gebied zijn.’

Wat betekent de platformeconomie eigenlijk voor het Nederlandse belastingsysteem?
‘Het zou kunnen dat er uiteindelijk minder werknemers zijn, waardoor er minder loonbelasting en premieheffing binnenkomt. Loonbelasting en omzetbelasting zijn de grootste belastinginkomsten in Nederland. In potentie is het dus een gevaar dat er in totaal minder belasting binnenkomt, dus minder geld voor onze sociale voorzieningen. Ook opereren veel platforms internationaal, ze zijn niet gevestigd in de landen waar de platformwerkers en degenen die gebruiken maken van de dienstverlening zelf zitten en zijn daar dus ook niet belastingplichtig. Het is vaak onduidelijk waar deze platforms de omzetbelasting en de bedrijvenbelasting af moeten dragen. Een mooi voorbeeld hiervan is Amazon.’

Naar aanleiding van VPRO’s Tegenlicht-aflevering over ‘De klik- en kluseconomie’ is er op dinsdag 11 december een Tegenlicht meet-up bij innovatiewerkplaats WIJS, georganiseerd in samenwerking  met Koos Reitsma. Locatie: Winkelcentrum Paddepoel, Eerste inloop: 18:45

Foto: Roel Wijnants, Flickr