R.I.P. fietsellende.

‘Ik noem hem RIPpie’, zegt een vriend van me, terwijl hij volkomen verslagen naar zijn kapotte fiets staat te kijken. Ex-fiets eigenlijk. Lekke band, ketting eraf, en hij kan zelfs niet meer op z’n ene pootje staan. Echt een trieste bedoeling. De fiets vooral. Hoewel ik al veel verhalen heb gehoord over gesneuvelde fietsen, doet het toch elke keer weer pijn. Ik blijf dromen van een oplossing, want we zijn toch niet voor altijd gedoemd tot deze fietsellende?

Nu ik alle fietsellende van de voorgaande jaren achter me had gelaten, kon het zorgeloze leventje beginnen

Het overkwam mijzelf vorige week dus ook. Na een half jaar in het buitenland te hebben gestudeerd, kreeg ik van mijn ouders een semi-spiksplinternieuwe fiets mee naar mijn geliefde Groningen. Eenmaal aangekomen, maakten we vol goede moed ons eerste tochtje naar de fietsenmaker. Ik liet mijn halve maandsalaris achter voor nieuwe bandjes, strakke remmen, roze fietsbel. Voor de zekerheid toch óók maar een goed kettingslot – dat overigens vier keer zo duur was als een gemiddelde zwerversfiets. Maar nu ik alle fietsellende van de voorgaande jaren achter me had gelaten, kon het zorgeloze leventje beginnen. We gingen samen bouwen aan een mooie toekomst, mijn fiets en ik.

Samen bouwen aan een mooie toekomst, mijn fiets en ik

Je voelt hem al aankomen: geen eind goed al goed. Volgens mij werkt het als een boemerang. Je verzamelt al je krachten en gooit hem van je af, maar op het moment dat je het niet verwacht, klapt ‘ie drie keer zo hard tegen je voorhoofd. Na een week had ik twee lekke banden, en tot overmaat van ramp trof ik mijn sleutelbos aan zonder kettingslotsleutels. Kettingslot en fiets forever united. Ik voelde de boemerang op mijn hoofd klappen, maar dan in de vorm van een 15-kilo wegende fiets. Binnen een paar minuten sloeg mijn teleurstelling echter al om naar complete overgave, want een oplossing was nu wel heel erg ver weg.

Een boemerang in de vorm van een 15-kilo wegende fiets

De volgende dag – onderweg naar de bushalte – kom ik mijn lotgenoot weer tegen. Zijn wanhopige, uitzichtloze blik is veranderd in een enorme grijns. ‘Dit is mijn nieuwe fiets.’ Ondanks dat ik het woord ‘fiets’ protesterend uit mijn vocabulaire had verwijderd, wekt hij mijn interesse. Hij vertelt me dat er een paar dikke vette legends met het idee zijn gekomen om fietsen te verhuren op maandbasis. En wát voor fietsen. Naast hem staat een glimmende, knal oranje omafiets met blauwe banden, krattenhouder, en jawel, een kettingslot! Wat een prachtding.

Nu rijd ik zelf dus ook rond op zo’n fiets. Voor vijftien euro leen je ‘m een maand lang. En het allermooiste; als er iets kapot gaat – onopzettelijk uiteraard – hoef je maar te appen en binnen 24 uur heb je een vervanger: ideaal! Ik was nog best een laatbloeier, want vele Groningers hebben het al lang door. Waar je ook kijkt, zie je de herkenbare blauwe banden de stad kleuren.

Zijn we over een paar jaar één grote, fleurige fiets community?

En nu las ik dat deze fietsen internationaal gaan, dus straks rijdt de hele wereld rond op zulke kleurrijke verschijningen. Zijn we over een paar jaar één grote, fleurige fiets community? Dan gaat mijn droom eindelijk in vervulling. Ik zou het zeker gaaf vinden, maar voor nu misschien nog een stapje te ver. Ik ben in ieder geval blij dat míjn fietsellende de komende tijd voorbij is.