Schuurfeest.

Niet dat ik mezelf een volwaardige stadjer kan noemen, maar er is niets meer wat mij naar mijn dorp trekt. Nou, ja… op mijn ouders, de hond, de kat en de nostalgie na, dan. En het schuurfeest. Zodra dat in zicht komt, begint het te kriebelen.
Ik ervaar zelfs enige trots voor MIJN dorp als ik zie hoeveel mensen uit omringende dorpen erop afkomen. Zelfs stadsmensen weten de weg te vinden. Gerard Joling voelt zich niet te goed om een paar nummers te zingen in ónze tent, midden in het weiland waar ik in het weekend de hond uitlaat. Ik ben geen groot Joling-fan, maar op het dorpsfeest… oké.

Zodra je even stilstaat, lanceert de trillende vloer je, alsof je met twintig man op een trampoline staat

Gemoedelijk en vertrouwd. Ik ga altijd voorzitten met oud-basisschoolvrienden. Daarna springen we als zestienjarigen rond op de even nostalgische als slechte muziek. Van schaamte is geen sprake, opkijken van bierdouches doen we niet en zolang de alcohol blijft vloeien, groeit het saamhorigheidsgevoel.
Zodra je even stilstaat, lanceert de trillende vloer je het luchtruim in alsof je met twintig man op een trampoline staat. Trillende vloeren zijn we wel gewend, hier in het aardbevingsgebied. Op het moment waarop het je te veel wordt, ren je naar buiten. Buiten kun je een peukje opsteken of een survivaltocht door de modder afleggen naar de wc.
Bij de toiletten kun je een wc-abonnement kopen, zodat je de rest van de avond onbeperkt kunt plassen. Onbeperkt plassen, dat is zo’n service die ons dorp zo bijzonder maakt. Overal om me heen zie ik bekende gezichten. De mensen die ik vaag ken, groet ik met moi. Of het nou hoi of doei betekent, je kunt het in elke context gebruiken. Een klein woord met veel inhoud: jij bent van hier.
Aal goud, mienjong?
Misschien ben ik van binnen toch wel een nuchtere dorpeling. Maar wel met het uiterlijk van een stadjer. Ach ja, ik eet gewoon lekker van twee walletjes. Moi, hè!