Verbouwinkje.

Als het aankomt op verbouwen, op klussen in het algemeen, is mijn advies: klus niet met familie. Laat het klussen over aan zo’n sullig stel dat elkaar sinds de geboorte van Jay (7) niet meer heeft aangeraakt en zich voor de camera van Ik Vertrek maandenlang te kijk laat zetten in de bouwput die ze thuis noemen.
Verbouwen met mijn familie, in dit geval de keuken van het ouderlijk huis. Ik had natuurlijk het beste voor met het hele gezin, maar ik wist nauwelijks iets te bereiken. Omdat iedereen het natuurlijk allemaal beter wist. De hoofdrolspelers in Ik Vertrek slagen ook maar zelden, want Marja (47) en Martin (52) willen allebei graag de kleur van de tegeltjes in de badkamer bepalen. Kan niet!

Het muurtje neerhalen zelf kostte minder dan 15 minuten, maar wij waren een half dagdeel bezig

Ik ben ervan overtuigd dat mijn inschatting van ruimte(gebrek) en indeling redelijk adequaat is. Maar telkens daalde de moker neer op m’n helpende hand in plaats van op de muur die moest worden neergehaald. De sloop van een muurtje, vaak de eerste horde in het creëren van ruimte, stuitte op oneindig veel problemen. Het is bijna komisch om het tafereel in retrospectief uiteen te zetten. Het neerhalen zelf kostte minder dan vijftien minuten, maar de familiebureaucratie eromheen maakte dat we er een half dagdeel zoet mee waren.
Maar, soms lukt het ze toch. Dat zijn de wonderen van Ik Vertrek. Ergens diep in de binnenlanden van Frankrijk-of-all-places slagen ze erin om de aannemer een schop onder z’n kont te geven, alle bouwmaterialen zo goed als heel te houden en het project ‘met slechts 64 weken uitloop’ toch te voltooien, aldus Marja (inmiddels 48).
Dit overdenk ik als ik stof sta te happen in wat kort geleden onze keuken was. Ik hoop inmiddels op Kim Jung-Un die binnen komt walsen om onze keuken te Noord-Koreaën, wat een stuk waarschijnlijker is dan dat de familie Lutgert tot overeenstemming komt over een aanpak die een beetje in de buurt komt van het oorspronkelijke plan. Grappig? Nou, alleen als je het op tv ziet. Niet als je er middenin staat te knarsetanden.