Wat zeggen je nagels en je lippen?

Sommige zinnen drijven als een olievlek in het zwembad van mijn bewustzijn. Ergens opgevangen in de wildernis van de buitenwereld. Of uit die stapel stoffige LINDA’s bij de kapper, waar ze me altijd een kwartier laten wachten. (Een telefonische afspraak heeft geen waarde meer.) De drijvende zinnetjes zijn niet relevant voor het overlevingsinstinct, noch zijn ze van veel waarde in een gesprek. Om ervan af te zijn, teken ik ze op, in de hoop dat de vlekken stoppen met uitdijen.

Teennagels verraden je niet, teennagels zijn tien kleine cadeautjes, gratis en voor niets

Stel: je knipt de nagels van je vingers. Begin je dan rechts, of links? Dat kan een wereld van verschil zijn. Begin je met links, dan ben je geneigd de weg van de minste weerstand te kiezen. Begin je de eerste ronde met rechts, dan weet je van wanten. Dit heeft te maken met de dominante hand. Wie eerst de rechterhand knipt, is linkshandig. Of op een onhandige manier rechtshandig, maar in ieder geval spreekt het knipgedrag boekdelen over je persoonlijkheid.
Denk ook eens aan de tenen! Het leuke van tenen is dat het probleem zich niet voordoet, want je kunt alle nagels knippen met één en dezelfde hand. Teennagels knippen, tien kleine cadeautjes, gratis en voor niets in je schoot geworpen. Bedank die kleine knakworstvormige ventjes maar eens goed, de volgende keer dat je ze onder handen neemt.
Nog zo’n olievlek: vrouwen met felrode lippenstift. Wanneer het wordt blootgesteld aan het bloedrood, denkt het reptielenbrein van de man vrijwel direct aan een fraai stel schaamlippen. Het rood van de schaamlippen -niet te verwarren met schaamrood- dient zo een evolutionaire functie. Namelijk: hoe dieper het rood, hoe gezonder de vrucht. Vrouwen over de hele wereld trachtten zo mannen op een onbewust niveau het bed in te slepen. Voor bevruchting natuurlijk, what else?

Alleen Cleopatra mocht haar lippen cochenillerood verven

In het oude Egypte werd de roodverzadiging zelfs hiërarchisch bepaald. Vrouwen uit een lage rang mochten van geluk spreken als ze bleekrood mochten dragen, dikwijls gemaakt uit een mengsel van henna en bloed. Opperbazin Cleopatra mocht als enige de felle, bloedrode kleur dragen, ook wel karmijn genoemd of cochenillerood, naar de worm waarvan de kleur van afkomstig is. Vast en zeker is een dienstmeisje in een keizerlijke piramide eens op een potje karmijn gestuit tijdens een vroeg-Egyptische voorloper van het stofzuigen. Doodzenuwachtig en tegelijkertijd vervuld van een krachtig gevoel van joie de vivre heeft ze het goedje op haar lippen gesmeerd. ’s Nachts is ze naar de vertrekken van Amon gelopen, een sterke piramidebouwer op wie ze al een tijdje een oogje had. De volgende ochtend was zij bevrucht, en was Amon met dubbele levenskracht aan de sleep met wat blokken voor een nieuwe piramide. Wat een stel rode lippen al niet kunnen doen.