Wazig zicht, een luid gedonder

Een fluweelzachte rode zetel. Wazig zicht, een luid gedonder. Geknisper voor me, gegiechel achter me. De komende twee uur ben ik omringd door mensen die ik niet kan zien, maar wel kan horen. Eenzelfde rode zetel als waar ik op zit, vormt de afstand tussen mij en het gegiechel en het geknisper. Een fel licht dat verandert in een haarscherp beeld vult mijn gezichtsveld. Ik had een kaartje moeten kopen alleen al voor deze beleving. Het fluweel knuffelt me terwijl de reclames voorbijflitsen.

Het verhaal is voor iedereen te begrijpen en iedereen wil er graag naar luisteren

Ik hou van de bioscoop. Ik heb een abonnement, gewoon om mezelf er af en toe aan te herinneren dat ik naar de film moet gaan. Anders vergeet ik het. Vergeet ik hoe fijn ik het vind dat ik met meerdere mensen een ervaring deel, zonder dat ik iets met die mensen hoef te doen, ze zelfs totaal niet ken. Het verhaal dat zich op het witte doek afspeelt is voor iedereen in de zaal is te begrijpen en iedereen wil er graag naar luisteren. Iedereen heeft nota bene betaald om dat verhaal te horen. Die dankbaarheid, die behoefte aan het verhaal, de eensgezindheid van dat moment, dat samen is een warm bad. Al het rode fluweel wijst dezelfde richting uit. Het verhaal geeft licht in de bioscoop, en iedereen wil het zien.

Ik vergeet mijn plaats en dan ga ik zomaar ergens zitten, het maakt niet uit waar

Ik hou van de bioscoop. Daar gelden hele andere waarden. Ik zou willen dat ik twee uur lang iemand kon boeien met mijn verhaal en mensen er dan óók nog voor laten betalen. Maar goed, het budget voor mijn scheppingen lopen ook niet in de miljoenen.
Ik vergeet mijn plaats en dan ga ik zomaar ergens zitten. Het maakt niet uit waar, op welke zetel ik me ook neervlij in het donker, in de bioscoop zit ik altijd naast dat vertrouwde rood.