Afscheid van een grijs muiske.

muyskenHet staat me nog helder voor de geest. Het kabinet van Jan Peter Balkenende (waar is hij toch gebleven?) ging de banken redden van de ondergang. Vreemde woorden vielen.
Omvallen. De banken mochten niet omvallen, zeker de systeembanken niet. Systeembanken waren de banken die zo belangrijk waren voor het financiële reilen en zeilen dat ze moesten voortbestaan.
Ik was gevoelig voor dat jargon. Op de één of andere manier klonk omvallen me
toen ernstiger in de oren dan op de fles gaan.
In vroeger tijden goten brouwers en kasteleins de nauwelijks drinkbare restjes uit bijna lege biervaten over in flessen, ze voegden er gerst en suiker aan toe en lieten dat mengsel een tijdje trekken om de slechte smaak te verdoezelen. Flessentrekkers leverden dus slechte waar en wie dat doet, verliest vroeg of laat z’n klanten. Hij gaat op de fles.
(De Fransen kennen de zegswijze ook, maar dan in het Frans: faire fiasco. Voor dat laatste woord speelden ze leentjebuur in Italië: fiasco is het Italiaanse woord voor fles. Wij kennen het woord fiasco natuurlijk ook: mislukking.)
Na acht jaar crisis zitten de banken nog steeds op rozen en de belastingbetalers met de gebakken peren op de blaren. Men kan zeggen dat de reddingsacties van de overheid op een mislukking zijn uitgelopen. Joan Muysken doet dat en dat is een beetje raar. Muysken was namelijk jarenlang hoogleraar Marcro-economie aan de faculteit Economie in Maastricht.
Nooit wat van gehoord, van die Muysken.
Nu deze bijna grijze muis op z’n lauweren mag gaan rusten, ontpopt hij zich als felle criticus van z’n vak, z’n vakgenoten en van de politici die hun handelen baseerden op het gedachtegoed van die vakgenoten, al die micro-, meso en macro-economen.
Bezuinigen? Calvinistische zelfkastijding!
Banken? Die moeten boeten voor hun wanbeleid!
Economen? Die moeten eens een toontje lager zingen!
De vrije markten? Ongebreidelde vrijheid leidt tot rampspoed!
Werkloosheid? Onacceptabel, laat de staat banen scheppen!
Frisse gedachten als ze niet al zo vaak waren geopperd en als ze niet uit de mond kwamen van iemand die, hij zegt het zelf, jarenlang heeft gezwegen omdat hij z’n baantje wilde behouden en ‘niet wetenschappelijk kon aantonen’ dat ‘iedereen een baan moet kunnen hebben’.
Ik val om van verbazing.
Ik adviseer professor Muysken om artikel 23 van de Universele Verklaring van
de Rechten van de Mens te lezen.
Lid 1. Een ieder heeft recht op arbeid, op vrije keuze van beroep, op rechtmatige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid.

Dat is natuurlijk helemaal geen fenomeen dat economisch-wetenschappelijk moet
worden bewezen. Het is één van de fundamentele uitgangspunten voor iedere economische theorie. Dat besef zou in het systeem van iedere hoogleraar Macro-economie moeten zitten. Hij zou het in ieder geval niet als laatste restje onder uit z’n vaatje moeten hoeven tappen.
Wanneer Joan Muysken op 29 november afzwaait als hoogleraar, trek ik een flesje
bier open.

Hajo Frick