Als jij niet steelt, doet je klasgenoot het wel, maar weet je wel waarom?

Stelen bij de zelfscan gaat erg gemakkelijk. En veel studenten doen het. In de AH To Go op Zernike tellen ze zo tien diefstallen per dag. Maar waarom stelen studenten?

Aron groet vriendelijk vanachter de broodjes. ‘Ik vind het vooral leuk om bij de bakkerij te staan en praatjes te maken met klanten’, zegt hét gezicht van de AH To Go op de Zernike Campus. ‘De helft van de bezoekers is niet zo spraakzaam, maar een praatje probeer ik altijd.’

Er staat nog wat in de kassa, alles gescand, maar niets afgerekend

Aron heeft maar één paar ogen en kan niet continu op de zelfscan letten. Maar dat het dievengilde actief is, kan hij niet ontkennen. ‘Ik zie het niet echt gebeuren, maar ik merk het wel snel daarna. Dan zie ik na een minuut of twee dat er nog producten in de kassa staan. Alles gewoon gescand, maar niets afgerekend. Ik schat dat dat meer dan tien keer per dag gebeurt. De laatste weken controleren we vaker, dat helpt.’

Ik durf niks te stelen hoor!, zeggen de meeste studenten tijdens een anonieme rondvraag onder vijftig Hanzestudenten. 35 van hen zeggen dat ze nog nooit iets achterover hebben gedrukt. Ze zijn bang om gesnapt te worden, zeggen ze er meestal meteen achteraan.
Deze brave studenten zijn echter niet allemaal principieel tegenstander van winkeldiefstal. ‘Ik zou meer lef willen hebben, de appie is zo’n groot bedrijf’, zegt één van hen strijdlustig. Andere studenten durven het wel. Vijftien van de vijftig studenten op deze herfstige novemberdag geven het ruiterlijk toe. Meestal gaat het om een plastic tasje dat ze meegraaien zonder te betalen. Ook groente en fruit gaan weleens gratis mee.

‘Je kunt ook vijf producten pakken, er twee scannen en daarna afrekenen’

Of het aantal diefstallen in deze Appie to Go hoog is, is pas te beoordelen wanneer het aantal bezoekers bekend is. Maar, zegt criminoloog, psycholoog en docent-onderzoeker Toegepaste Psychologie (TP) Bas Scholtz, dat cijfer van tien diefstallen per dag zou ook nog eens geflatteerd kunnen zijn. ‘Misschien is dit wel het topje van de ijsberg. Je kunt immers ook vijf producten pakken, er twee scannen en daarna wel gewoon afrekenen.’ Het Bedankt, en tot ziens! klinkt dan keurig door de speakers en niemand die merkt dat de dader ongestoord naar buiten stapt.

AH-medewerker Aron, zelf ook student, begrijpt niet waarom je zoiets zou doen. ‘Ik verdien geld om het ook uit te geven. Betaal gewoon je boodschappen. Het heeft te maken met normen en waarden, maar het is ook gewoon zonde voor de winkel.’

‘Het is zo makkelijk, het scheelt geld en de appie is toch heel rijk’

‘Ik denk dat het goed is om twee basale vragen uit elkaar te trekken. Waarom stelen studenten? en Van wie stelen ze?’, zegt Scholtz. Tijdens zijn colleges belicht hij met studenten actuele maatschappelijke vraagstukken van allerlei kanten. Een eenvoudig antwoord op de vraag waarom studenten stelen bestaat niet, maar hij kent wel enige factoren die een rol kunnen spelen.
Een paar van die factoren zien we terug in het antwoord van een student die zich weleens schuldig maakt aan diefstal. ‘Het is zo makkelijk, het scheelt toch een beetje geld en de appie is toch heel rijk’, voert hij als redenen aan.

Scholtz kan zich voorstellen dat studenten door het ontbrekende persoonlijke gezicht minder last van hun geweten hebben. Afrekenen is anoniemer en onpersoonlijker geworden door de zelfscan. ‘Als je wilt kun je tijdens je supermarktbezoek met helemaal niemand een woord wisselen.’
In zo’n situatie borrelt ook de van-wie-steel-je-vraag op. Het is onduidelijk van wie je precies steelt: wie zit er achter de Albert Heijn? Een heel groot bedrijf. Scholtz vraagt zich af hoe dit bij een kleinere minder anonieme winkel uitpakt. ‘Als de winkelier een praatje maakt en vraagt hoe het met je moeder gaat, zouden diezelfde mensen dan nog steeds stelen? Dat vind ik een spannende vraag.’

Status en competitie: wie iedereen te slim af is, stijgt in aanzien

Stelen kan ook onderdeel zijn van een bepaalde subcultuur, merkt Scholtz op. ‘Toen ik studeerde waren er groepen studenten die er een sport van maakten om verkeersborden of vlaggen mee te nemen om daarmee hun studentenhuizen te versieren.’ Als stelen normaal wordt gevonden binnen een groep, kunnen groepsleden zich ermee identificeren, zeker als ze er graag bij willen horen. Het fenomeen groepsdruk komt dan ook om de hoek kijken. Ook competitie en status kunnen een rol spelen. ‘Als je wint, of degene bent die iedereen te slim af is, stijg je in aanzien’, zegt Scholtz.

Volgens Scholtz is er wel een verschil tussen het stelen van een tijdschrift of waxinelichtjes en het stelen van een brood. ‘Dat tweede kan gebeuren uit nood. Wanneer er brood wordt gestolen is dat een signaal: er zijn mensen die honger lijden.’
Met duurdere producten kun je juist weer snel veel winst behalen. Een Hanzestudent biecht op: ‘Ik steel weleens kip, omdat het zo duur is. Dat scheelt een hoop geld.’

Eén keer de grens overgaan, even voelen hoe dat is, kan leiden tot een sterker normbesef

Studenten stelen ook voor de kick, de spanning en de sensatie. ‘Jonge mensen zijn vaker op zoek naar thrill seeking. Wanneer je met een half afgerekende volle boodschappentas naar buiten komt, kan dat ook een soort spanning met zich meebrengen.’ Zo’n ervaring kan trouwens ook positief uitpakken. Scholtz: ‘Eén keer die grens overgaan, even voelen hoe dat is, kan leiden tot een sterker normbesef. Misschien kom je er die ene keer mee weg, maar het voelt best gek. Je beseft dat het niet oké is.’
Dit louterende effect komt zeker voor, want er zijn nogal wat Hanzestudenten die beweren dat ze tegenwoordig minder vaak stelen. ‘Stelen, daar ben ik wel een beetje overheen’, zegt een ex-dief. ‘Vroeger stal ik weleens wat, nu echt niet meer.’

Naar de voedselbank gaan is misschien schaamtevoller dan stelen

Tot slot zitten studenten vaker krap bij kas, helemaal met de hoge inflatie en energiekosten. ‘Armoede gaat vaak gepaard met schaamte en naar de voedselbank gaan is misschien schaamtevoller dan stelen’, zegt Scholtz. ‘Dan sta je in de rij met mensen die weinig te besteden hebben. Dat kan gevolgen hebben voor je zelfbeeld.’ Dat kan tot grote problemen leiden. ‘Ik denk dat er een taboe op armoede rust en dat drijft mensen tot merkwaardige keuzes. Wanneer een samenleving als een kudde een bepaalde kant op rent en jij niet kunt meekomen… dan blijf je achter en hoor je er niet meer bij.’

De oplossing? Controle werkt goed, maar volgens Scholtz zijn aanwezigheid en verbinding de sleutelwoorden. Wanneer je het zo bekijkt doet AH-medewerker Aron het prima met z’n gezellige praatjes. Scholtz: ‘Als iemand echt moeite doet, zorgt dat voor verbinding. Ik denkt dat een beetje menselijk contact mensen weerhoudt van diefstal.’

Foto (fragmant): Tara Clark

De echte naam van AH-medewerker Aron is bekend bij de redactie.