Burgeravontuur.

Daar sta je dan met je goede gedrag. Net je cadeautje afgegeven en meteen aan de wolven overgeleverd. De fles witte wijn die je meenam is met veel liefde ontvangen, wat niet echt een verrassing is, want het is wijn. Daarna verdween je host als sneeuw voor de zon.
Ik kan het hem niet kwalijk nemen. We zijn maar huisgenoten van het soort dat grotendeels langs elkaar heen leeft. Bovendien is het zijn afstudeerfeestje, er zijn genoeg andere mensen waarmee hij het druk heeft. Die anderen hebben het trouwens ook druk met hem. Z’n vader maakt aan de lopende band foto’s van elk dingetje waarvan z’n zoon onderdeel is. Bijna irritant, maar ook gewoon heel aandoenlijk.

M’n huisgenootje is jonger dan ik, maar hij kan al zwaaien met het felbegeerde papiertje

Gelukkig heb ik nog wel hier en daar wat sociale talenten. Voor ik het weet sta ik niet meer als een verlaten puppy in een hoekje, maar tussen een stel leuke mensen. Tussen hen in realiseer ik me ineens iets wat nog nooit goed tot me doordrong: studenten studeren af. Afstuderen, dat klinkt niet als een grote shock en het is natuurlijk de bedoeling, maar soms vergeet je het. Of ik word oud, dat is ook goed mogelijk. De helft van deze mensen, allemaal van mijn leeftijd, heeft een baan, en soms zelfs in zijn vakgebied. M’n huisgenootje is jonger dan ik, maar hij kan al zwaaien met het felbegeerde papiertje. Hij zegt het studentenleven vaarwel en stapt in een burgeravontuur.
De huisgenoot krijgt een microfoon in zijn hand geduwd. Nog geen vijf minuten geleden zei hij me dat hij níet ging speechen, maar die keuzemogelijkheid bestaat kennelijk niet. Hij houdt het kort, dat dan wel: iedereen bedankt voor het komen. Vader schiet er haastig foto’s van.
Ergens in mij voel ik een klein vleugje jaloezie. Grapjes over burgers maken, hoort er een beetje bij en studeren is (meestal) leuk, maar stiekem verlang ik ernaar om op de plek van m’n huisgenoot te staan. M’n studieloopbaanbegeleidster heeft het best vaak over de speech die ze wil geven bij mijn diploma-uitreiking. Daarin zal bietensap voorkomen en m’n eeuwig veranderende haarkleur. Meestal lach ik die grappen weg: ‘Dat kan nog duizend jaar duren.’
Ik hou van overdrijven. Duizend jaar is te lang, maar je diploma in ontvangst nemen als een rimpelige oma met rollator en grijze lokken… dat is ergens ook wel weer heel grappig.