Collegetour auteur De Prooi: Jeroen Smit

jeroensmit‘We moeten van een heb-economie naar een deel-economie’, is de boodschap van hoogleraar Journalistiek en auteur van De Prooi en van het Het drama Ahold, Jeroen Smit. Smit was op woensdag 27 november te gast op de Hanzehogeschool waar hij door communicatie-adviseur en docent Ron Overbeek aan de tand werd gevoeld over wat er is veranderd na de val van Lehman Brothers.
Ondanks dat er slechts een handjevol studenten op de collegetour van Smit was afgekomen, ontstond er een geanimeerd gesprek dat natuurlijk begon over het succes van de financiële thriller De Prooi en de driedelige miniserie die de VARA maakte over de teloorgang van de ABNAMRO.
‘Leiderschap fascineert mij het meest als journalist’, licht Smit de keuze voor zijn boek over ABNAMRO-icoon Rijkman Groenink toe. ‘Rijkman Groenink is een hele extreme man die gelooft dat het gevecht het beste in de mens naar boven haalt. Leiderschap dat in de vorige eeuw nog werkte, maar nu gedateerd is. Leiders van nu richten zich op verbinden in plaats van vechten. Prachtig voorbeeld is bestuursvoorzitter van DSM Feike Sijbesma. ‘Niemand kan succesvol zijn in een wereld die faalt’, zegt Sijbesma.
In 2008 kwam De Prooi uit. Aan het begin van de bankencrisis. We zijn vijf jaar later en van enig herstel lijkt geen sprake. De werkloosheid stijgt, de huizenprijzen dalen nog steeds, steeds meer mensen leven de onder de armoedegrens en voedselbanken kunnen de vraag niet aan. De consument houdt de hand op de knip. Toch zeggen de banken dat het ergste voorbij is.
Klaas Knot de op volger van Nout Wellink als president van De Nederlandse Bank verklaart dat we aan de vooravond van economisch herstel staan. Smit noemt Knot een voorbeeld van een goed leider. ‘Er is geld zat in Nederland. Dus als je een positief gevoel weet te creëren dan vertaalt dat vertrouwen zich in consumptie. En consumptie is wat de economie moet redden. Knot noemt het glas halfvol en met dat opportunisme is niets mis. Consuminderen is dramatisch voor de economie, maar méér consumptie is dramatisch voor moeder aarde. Over dertig jaar hebben we er drie miljard consumenten bij.’
Smit gelooft in de verschuiving van een heb-economie naar een deel-economie en illustreert dat aan de hand van zijn mobiele telefoon. ‘Ik heb een app waarin in een straal van 500 meter van alles voorbij komt. Je wilt met je meisje gaan picknicken, maar je hebt geen picknickmand. Dan kun je naar de Blokker rennen, een picknickmand kopen die vervolgens op zolder verdwijnt. Je kunt ook kijken of je er één kunt lenen. Hij verklaart de populariteit van Greenwheels. Een auto kost zo’n 600 tot 700 euro per maand en staat zeventig procent van de tijd stil. Plezierjachten liggen zelfs 99 procent van de tijd stil. Het internet brengt vraag en aanbod bij elkaar. Fascinerend!’
Fascinerend vindt Smit ook de ontwikkeling die gaande is bij kranten. Oplages dalen en titels verdwijnen. ‘Over een jaar of zes, zeven zal er geen dagelijkse gedrukte krant meer zijn’, voorspelt Smit. ‘Dan is er geen geld meer om dooie bomen door de brievenbus te douwen. De advertentie-inkomsten zijn nu al in vijf jaar met 25 procent gedaald. En de generatie van nu wil niet alleen lezen, maar zien en voelen of Obama geëmotioneerd is. Die wil op de achtergrond wat liedjes horen als Phil Spector (Amerikaanse muziek-producer, red.) verdacht wordt van moord.’
Smit is niet bang dat bloggers en twitteraars de nagel aan de doodskist van de journalistiek zijn. ‘Juist nu is er meer dan ooit behoefte aan iemand die alles goed op een rij zet. Iemand die zich écht verdiept en een goed verhaal maakt. Die minstens twee bronnen heeft en wederhoor toepast. De mensen snakken naar een moment van rust, juist nu je overspoeld wordt met informatie. Smit ziet toekomst in het digitaal crowd-funding-experiment van oud NRC-Next hoofdredacteur Rob Wijnberg. De Correspondent laat lezers per artikel betalen in plaats van per krant.’
Smit eindigt zijn pleidooi over de toekomst van de journalistiek met een oproep aan studenten: ‘We hebben in dit land heel hard journalisten met een cijferachtergrond nodig. Economen zijn er zat, maar journalisten die banken en bedrijfsleven kritisch volgen niet. Journalistiek is een prachtig perspectief voor studenten Economie. Het maatschappelijk element van je studie is minstens zo belangrijk als het economische.’