Groningen moet zo snel mogelijk elektrificeren, maar hoe?

Elektrificeren, invoeden, netcongestie. Nu nog ongebruikelijke woorden, maar Groningen ontkomt er niet aan. Ze liggen op tafel tijdens de Barn Talk over Groningen Stroomt Door.

Wat is het grootste stopcontact van Nederland? Wie het weet mag het zeggen. Nou, het is dus hoogspanningsstation Vierverlaten, even ten westen van de stad Groningen. Een bijzonder weetje, zoals er wel meer over de lippen van Eppie Silvius komen. Zo openbaart hij dat de gemeente Groningen maar liefst 34 bedrijventerreinen kent. Je ziet verschillende mensen in de Energy Barn denken: 34, waar dan?

Groningen stroomt helemaal niet door, netcongestie heet dat, filevorming en vertraging op het elektriciteitsnetwerk

Maar het zal vast wel waar zijn, want Silvius moet het weten. Hij is namelijk projectleider van Groningen Stroomt Door. Een naam die doet denken aan Groningen Bereikbaar, de informatiecampagne rondom de grootscheepse vernieuwing van het wegennetwerk in het zuiden van de stad. Het grappige van die campagnenaam is dat Groningen tijdens de looptijd van Groningen Bereikbaar per auto zo’n beetje onbereikbaar is.
En wat wil het geval? Silvius windt er tijdens de Barn Talk van 1 februari geen doekjes om: Groningen stroomt door? Nee, Groningen stroomt helemaal niet door. Althans, als Groningen niets doet zal het energienetwerk vastlopen. Jazeker, filevorming en vertraging. Het lijkt wel het verkeer. Netcongestie heet dat, waarin zich de parallel opdringt met het verkeersinfarct. Silvius onderscheidt invoedingscongestie (invoeding is het leveren van stroom aan het elektriciteitsnetwerk) en afnamecongestie (afname is het afnemen van stroom van het netwerk).

Groningen bereidt zich voor op een toekomst waarin de (groene) energievoorraad schommelt tussen veel te veel en veel te weinig

Nederland werkt aan een (weer zo’n mooi woord) elektrificatie van de energievoorziening. Dat houdt in dat alle energie zo snel mogelijk zal moeten worden geleverd in de vorm van elektriciteit en natuurlijk het liefst in de gedaante van groene elektriciteit. Dat vergt een behoorlijke inspanning. Ondertussen bereidt het project Groningen Stroomt Door de gemeente voor op een toekomst waarin de (groene) energievoorraad schommelt tussen veel te veel en veel te weinig. In het project werken de gemeente, de netwerkbeheerder (Enexis), onderzoekers (van EnTranCe) en ondernemers (vijf bedrijvenverenigingen) aan oplossingen.
Om levering en afname op elkaar af te stemmen inventariseert Rosa Kappert van EnTranCe de energiebehoefte en -consumptie van de grote afnemers in de gemeente. Dat lijkt niet zo heel moeilijk, maar er blijken heel wat voetangels en klemmen te zijn. Zoals de privacy van de gebruikers en de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie.

In Utrecht is er al een coöperatie van bedrijven die door hen opgewekte energie aan de buren leveren wanneer ze die zelf niet nodig hebben

Bedrijven willen bijvoorbeeld niet dat hun concurrenten weten hoeveel energie ze gebruiken en ook niet wanneer. Best lastig om die gegevens vervolgens in een database te zetten, zonder dat te herleiden is om welk bedrijf het gaat. Maar Kappert kan het, zegt ze toe, binnen een paar maanden zelfs. ‘We wachten het af’, zegt allround ondernemer Klaas Holtman, die namens de ondernemers van Groningen aandringt op spoed. Zelf kan hij meteen aan de slag, want hij leeft in de veronderstelling dat ondernemers geen energie aan elkaar mogen leveren. Daarop spring midden in de zaal Linda Garming van de Autoriteit Consument & Markt op van haar stoel. ‘Dat is inderdaad verboden, maar alleen voor consumenten! Bedrijven mogen wel degelijk een elektrische draad van de ene naar het andere zaak trekken.’

Het is nóg mooier, zegt een dame die er beroepsmatig alles van weet: bedrijven van het Utrechtse bedrijventerrein Lage Weide hebben een coöperatie opgericht met het doel om elkaar van energie te voorzien op de momenten waarop één van hen meer energie opwekt dan hij zelf nodig heeft. Leuk idee, echt iets voor de Groningense bedrijven die zoeken naar wegen om, zoals de kundige gastheer Marcel Koenis het uitdrukt: ‘zich onder de congestie uit te organiseren’.