Hanze-voorzitter Dick Pouwels: Fit worden, maar ook vooruit kijken

Wat voor schooljaar gaan we tegemoet? Hoe zit het met onze fitheid? Vaccinaties? Leerachterstanden? Huisvesting? Hanze-voorzitter Dick Pouwels weet waar de prioriteit ligt: ‘Komend schooljaar draait echt om fitheid.’ Toch wil hij ook met ambitie vooruit kijken.

Zijn eerste halfjaar als voorzitter zit er op, en hoewel hij niet wil klagen, is de opluchting dat de hogeschool weer open gaat voelbaar. Hij heeft al sfeer geproefd tijdens de KEI-week, met studenten gesproken en een overleg met directeuren gehad. ‘Het is fijn om de dynamiek tussen collega’s ook echt te zien en te voelen. Dat lukt niet echt online, je mist dan toch iets.’ Over de vraag waar het komend schooljaar om draait, hoeft hij niet lang na te denken.

‘Anderhalf jaar lockdown heeft veel impact gehad, op studenten, medewerkers, op de hele organisatie. Het zal tijd kosten om alle achterstanden in te halen. Komend schooljaar draait echt om fitheid.’

Mentale fitheid?
‘Onder andere, maar naast de fitheid van studenten en medewerkers gaat het ook om de fitheid van de organisatie. Het effect van het afgelopen jaar op onze medewerkers en studenten is groot, we moeten hier allemaal van herstellen.’

Laten we beginnen met de fitheid van de studenten. Voorzie je problemen?
‘We weten dat één op de vier jongeren het mentaal moeilijk heeft volgens het CBS. Ook op de Hanzehogeschool zijn er dus zeker studenten die hiermee te maken hebben. Gelukkig hebben mensen, en zeker jongeren, behoorlijk wat veerkracht.’

We weten dat één op de vier jongeren het mentaal moeilijk heeft volgens het CBS

‘Maar natuurlijk zal dat niet voor iedereen gelden. Een deel van de studenten zal kampen met stevige naweeën en mogelijk ook extra begeleiding nodig hebben. Daar houden we zeker rekening mee en we zijn erop voorbereid.’

Hoe ziet die voorbereiding er concreet uit?
‘De meeste schools hebben introductieactiviteiten voor álle studenten, dus niet alleen voor eerstejaars. Zo willen ze het gevoel van saamhorigheid weer terugkrijgen. Er zijn programma’s om achterstanden weg te werken. En er is, met het geld van het Nationaal Programma Onderwijs, nadrukkelijk gezocht naar nieuwe mensen die kunnen coachen en begeleiden.’

In hoeverre hebben medewerkers last gehad van de lockdown?
Het was een periode waarin we op zoek moesten naar een nieuwe balans tussen werk en privé, dat vroeg om behoorlijk wat aanpassingsvermogen. Er was sprake van een kleine stijging van het ziekteverzuim. Maar dat cijfer kan ook geflatteerd zijn. Zo kan er verscholen ziekteverzuim zijn geweest, mensen die dachten: naar de Hanze gaan red ik niet, maar thuiswerken kan ik wel. Hoe dan ook: echte pieken waren er niet. Maar natuurlijk hebben de Hanze medewerkers een druk en erg lastig jaar achter de rug, waarin ze, ondanks alle beperkingen, veel en goed werken hebben geleverd. Dat is een compliment waard.’

Op enkele universiteiten en hogescholen is er discussie of het volledig openstellen wel veilig is voor docenten. Speelt dat ook op de Hanze?
‘Ik heb wel wat signalen gekregen dat docenten vragen hebben over het fysieke lesgeven. Ik kan me ook best voorstellen dat sommige docenten zich zorgen maken en misschien niet voor de klas willen staan. Als docenten zich niet veilig voelen, kunnen ze met hun leidinggevende in gesprek over hoe de werkplek zo kan worden ingericht dat de docent zich wel veilig voelt. Formeel gezien word je geacht onderwijs te geven, en de overheid vindt het veilig genoeg om het op deze manier te doen. Maar het gaat ook om gevoel. De Hanze moet voor beide kanten openstaan, het gesprek aangaan.’

Ik denk dat de bereidheid om scholen opnieuw te sluiten niet groot is

Zo’n 35 procent van de jongeren tussen 18 en 25 is ongevaccineerd. Dat is best veel. Gaan jullie studenten prikkelen om zich te laten vaccineren?
‘Er was gisteren in de binnenstad bij het Academiegebouw een pop-up vaccinatielocatie ingericht door de GGD. En vandaag, 9 september, is er een zelfde pop-up vaccinatielocatie op de Zernike Campus waar de GGD gaat prikken. Studenten kunnen daar zonder afspraak langsgaan voor een vaccinatie, ook internationale studenten. In onze communicatie-uitingen benadrukken we dat inenten belangrijk is, hoe meer medewerkers en studenten zich laten vaccineren, hoe meer bescherming we met elkaar opbouwen, natuurlijk.’

Houden jullie rekening met weer een lockdown in de herfst?
’We weten hoe we af moeten schalen, dus meerdere scenario’s zijn in die zin niet echt nodig. Ik denk dat de bereidheid om scholen opnieuw te sluiten niet groot is. Daarvoor zou er vermoedelijk een enorme piek moeten komen.’

Over pieken gesproken: er is weer flink wat gedoe over het gebrek aan studentenhuisvesting. Docent-onderzoeker Hein Vrolijk vergeleek in een opiniestuk de RUG en Hanze met grootschalige veehouders die hun veestapel maar blijven uitbreiden.
‘Daar ben ik het zeer mee oneens. Het gaat ons al jaren niet meer om groei van de studentenaantallen maar om de kwaliteit van het onderwijs.’

Gek genoeg blijven we toch groeien…
Ja, maar afgelopen jaar was dat meer het effect van corona. Onze instroom is eigenlijk al vier jaar stabiel. Vanuit politiek perspectief vind ik het ook een ongepaste stellingname. Voor de levendigheid van de stad is de aanwezigheid van studenten van groot belang. Natuurlijk moet je het met elkaar managen en sturen en moet je de leefbaarheid in de gaten houden. Ik bekijk het liever positief: hoe profiteren we maximaal van de aanwezigheid van de jonge bevolking?’

Aan de andere kant: er zijn gewoon te weinig woningen, moet je dan geen verantwoordelijkheid nemen?
Dat ligt toch niet aan de studenten? We hebben een breed huisvestingsprobleem in Nederland, daar zijn we allemaal debet aan. Ik vind het vreemd om dan te roepen dat één bevolkingsgroep, de studenten, ineens niet meer welkom is. Dat als oplossing zien, gaat er bij mij niet in.’

Nederlandse studenten kunnen thuis blijven wonen, maar internationale studenten hebben geen vangnet. Die kun je niet aan hun lot overlaten.
‘Het is een hele vervelende situatie waar een groep internationale studenten nu mee te maken heeft, maar we nemen hierin  wel degelijk onze verantwoordelijkheid. We denken mee over noodopvang, we betalen er aan mee en kunnen snel schakelen als er toch meer opvang nodig is.’

De grote toestroom van vorig jaar kwam deels doordat de diploma’s in het voortgezet onderwijs makkelijk werden verstrekt. Zie je dat terug in het niveau van Hanze-eerstejaars?
‘Eigenlijk niet. Op de Noordelijke mbo’s hebben ze dit onderzocht en wat bleek? De performance van eerstejaars bleek hoger te zijn dan in de jaren daarvoor. Op de Hanze zag je ook dat studenten méér punten haalden dan in het jaar ervoor. Met het onderwijs in termen van vakken halen, zit het dus wel goed.’

We moeten het aantal toetsen dat we bij onze studenten afnemen stevig verminderen

‘Ik maak me meer zorgen over zaken die minder makkelijk in punten en cijfers uit te drukken zijn. Persoonlijke ontwikkeling, samenwerking, het sparren met de praktijk. Juist dat onderdeel van ons onderwijs viel grotendeels weg tijdens de lockdown. Daar zal dus ook het meeste inhaalwerk zitten.’

Terug naar de fitheid. Je zei dat er ook zoiets is als de fitheid van de organisatie. Wat bedoel je daarmee?
‘Er mag meer aandacht komen voor hoe onze organisatie functioneert. Er zijn schools met een ziekteverzuim van drie procent en schools met een verzuim van tien procent. Hoe komt dat? De samenwerking tussen onderwijs en onderzoek kan beter, de samenwerking tussen staf en het primaire proces, de kwaliteit van onze processen…
‘Ik noem het weleens ons motorblok: de dingen die we dagelijks doen moeten soepeler gaan. Dus je hebt de fitheid na corona, maar ook de bredere fitheid van de organisatie, de souplesse die nodig is om de processen makkelijker te laten verlopen. Dat bedoel ik met fitter worden als organisatie.’

Om in die terminologie te blijven: heeft de motor olie nodig? Is ie stug? Verouderd?
‘Als je het over processen en systemen hebt is er inderdaad behoefte aan smeerolie. Maar het is ook een zaak van elkaar beter weten te vinden, van processen die beter op elkaar worden afgestemd. Het is belangrijk dat de tandwielen goed in elkaar grijpen, zodat de motor goed blijft lopen.’

Wat is er dan nodig? Een grote beurt? Of is een kleine beurt voldoende?
‘Nee, nu laat ik de analogie los, voor we daar te veel in blijven hangen. Ik heb dit eerder gezegd: ik zie organisaties als ecosystemen. Een paar frisse impulsen kunnen de noodzakelijke veranderingen laten plaatsvinden, daar ben ik van overtuigd.
‘We moeten bijvoorbeeld stoppen met de discussie over uren en taken, en meer kijken naar de klus waar je als onderwijsteam voor staat. Een ander voorbeeld is het echt stevig verminderen van het aantal toetsen dat we bij onze studenten afnemen.’

Wat zie je nog meer als ambities voor komend jaar?
‘De plek die de Hanzehogeschool inneemt in de transities die je ziet in de maatschappij. Klimaat, energie, gezondheid, biodiversiteit… Op al die gebieden moeten zaken echt fundamenteel anders. Wij moeten daar als hogeschool beter onze positie in innemen. Tuurlijk, we doen dat niet alleen, we doen het samen met de maatschappij, met bedrijven, instellingen, overheden.  Maar we willen echt een voortrekkersrol gaan spelen.’

Op welke vragen uit de maatschappij moeten en kunnen wij antwoord geven?

‘Dat betekent zeker wat, voor ons onderzoek bijvoorbeeld. We zullen dat als een eigenstandig onderdeel moeten neerzetten, en niet alleen als onderdeel om onderwijs goed vorm te kunnen geven. Onderzoek heeft een belangrijke, eigen functie die gaat om het mede ontwikkelen van onze maatschappij.’

Moet er meer onderzoek komen?
‘Het gaat zeker ook om volume. Zolang tien procent van onze activiteiten uit onderzoek bestaat, en negentig procent uit onderwijs, dan gaat het eigenlijk altijd over onderwijs. Dat kan dus niet meer. We zullen moeten zorgen dat ons onderzoek groeit. En dat we onze onderzoeksagenda baseren op wat er in de omgeving leeft. Op welke vragen uit de maatschappij moeten en kunnen wij antwoord geven?’

In hoeverre kun je zo ambitieus zijn, als je een jaar tegemoet gaat dat vooral om herstel draait?
‘Tuurlijk, de eerste ambitie, ambitie-nul noemen we haar, is onze fitheid. Die moet eerst weer in orde zijn, want als je niet fit bent, kun je nog zo veel ambitie hebben, maar dan wordt het niks. Maar tegelijkertijd: om fit te worden heb je ook inspiratie en perspectief nodig. Misschien dat fitheid het eerste half jaar zal draaien om het herstel van de afgelopen anderhalf jaar, maar in de loop van het studiejaar willen we het thema fitheid zeker ook ‘laden’ met inspiratie en ambitie. Het echte werk begint dan misschien pas het studiejaar erna, maar vooruitkijken moet je niet te lang uitstellen.’

Welke ambitie heb je op het gebied van studenten en hun ontwikkeling?
‘Het is cruciaal dat jonge mensen zichzelf leren kennen, en leren zien waar ze echt goed in zijn. Meer aandacht voor hun talenten kan wezenlijk bijdragen aan de kwaliteit van hun uiteindelijke betekenis voor de maatschappij.
‘Als je weet wie je bent en doet wat je leuk vindt, dan heb je later meer te bieden. Het zit al jaren in onze slogan, Share your talent, move the world, maar het mag wat mij betreft meer zichtbaar worden in de praktijk. Meer aandacht voor de ontwikkeling van de talenten en wat minder focus op de skills waarin studenten minder goed zijn.’

Hoe maak je de slogan praktisch uitvoerbaar?
‘Er zijn tools en methodes om talent uit mensen te halen. Er zijn talloze testen om te laten zien waar iemands talenten liggen. En als je die talenten dan hebt ontdekt, laat studenten en medewerkers er dan ook mee werken. Ze zien is één, maar belangrijker is nog dat je er vervolgens iets mee doet. Laat studenten woekeren met hun talent, dat geeft motivatie en energie.’

Foto: Luuk Steemers