Hanze-voorzitter wil dat hogeschool kijkt naar toekomst ná coronacrisis.

Het hogeschooljaar wordt vandaag gewoon geopend, maar een gewoon jaar wordt het zeker niet. Toch wil Henk Pijlman in zijn laatste maanden als Hanze-voorzitter niet continu aan corona denken. ‘De kunst is om ons het komende jaar niet alleen maar vast te bijten in corona, maar daar ook overheen te kijken.’

‘De opening van het hogeschooljaar gaat door, maar waar we normaal met zeshonderd mensen samenkomen in het Atrium, zullen er nu zo’n 130 zitten, op gepaste afstand van elkaar. Alle frivoliteiten moeten we helaas skippen: geen borrel, geen diner achteraf. Maar verder is alles redelijk normaal:  Commissaris van de Koning René Paas komt als gastspreker, er is muziek, de Hannie Schaftprijs wordt uitgereikt. En voor wie er niet bij kan zijn: je kunt het online live volgen.’

Normaal gesproken zou er nu een nieuwe voorzitter het hogeschooljaar hebben geopend…
‘En die nieuwe voorzitter zou dan nu de contouren van het nieuwe Strategisch Plan presenteren. Maar die nieuwe voorzitter is er dus nog niet. Door omstandigheden sta ik er nog, en dus probeer ik toch een aantal lijnen van de nieuwe strategie, die in januari af moet zijn, te presenteren.
‘Ik ben ook wel pragmatisch ingesteld. Je kunt lang klagen over wat er allemaal niet kan, maar ik kijk liever naar wat er wel kan.’

En wat kan er dan de komende tijd?
‘We gaan gewoon doen wat we voor de zomer hebben gezegd. De richtlijnen van het RIVM zijn en blijven ons houvast. We hebben niet de pretentie dat we het beter weten dan zij, dus volgen we hun adviezen zo goed mogelijk op. Binnen die richtlijnen proberen we het zo in te richten dat zo veel mogelijk studenten fysiek onderwijs kunnen volgen. Dat zal tussen de zes en zestien uur per student per week liggen. Het wordt een moeilijk jaar, voor studenten en voor medewerkers, maar we hopen wel dat we in de loop van het jaar weer wat meer terug kunnen naar wat eens normaal was.’

Je kunt lang klagen over wat er allemaal niet kan, maar ik kijk liever naar wat er wel kan

Vanaf maart tot aan de zomervakantie moesten we improviseren, blijft dat zo?
‘We hebben veel nieuwe IT-apparatuur aangeschaft, zodat we het digitale onderwijs kunnen professionaliseren. Docenten kunnen straks ook cursussen volgen om hun digitale lessen te verbeteren. Maar je kunt geen 1800 mensen op cursus sturen. Voor het grootste deel moeten we het in de praktijk leren, en moeten we elkaar helpen.’

En zijn de gebouwen klaar voor ons?
‘Alle gebouwen zijn ingericht met looplijnen, alle ruimtes zijn opnieuw ingericht, alle ventilatiesystemen zijn gecontroleerd en ze hebben allemaal nieuwe filters. Daar hebben we de zomervakantie goed voor kunnen benutten. Alles voldoet aan de richtlijnen, daar kun je echt op vertrouwen.’

Als mensen graag een mondkapje willen dragen, dan is dat natuurlijk prima

Op lagere en middelbare scholen ontstond na de zomer discussie over mondkapjes. Hoe kijk jij daarnaar?
‘Mondkapjes zijn geen onderdeel van de richtlijnen van het RIVM. Daar maken we dus geen regels voor. Maar als mensen graag een mondkapje willen dragen, dan is dat natuurlijk prima.’

Eerstejaars en afstudeerders hebben prioriteit, zei je voor de zomer. Zijn tweede- en derdejaars de komende maand welkom op de campus?
‘Ik kan daar niet echt iets algemeens over zeggen. De roosters komen deze week, het hangt ook heel erg van de opleiding af. Een studie Rechten leent zich meer voor digitaal onderwijs dan Life Science &  Technology met z’n laboratoria.’

Kom je nog wel toe aan het denken over de toekomst als er zoveel korte-termijnproblemen zijn?
‘De kunst is om ons het komende jaar niet alleen maar vast te bijten in corona, maar daar ook overheen te kijken. We moeten focussen op het licht aan het einde van de tunnel. Als onderwijsinstelling moet je de langere termijn altijd voor ogen blijven houden.
‘Covid-19 heeft niet alleen grote consequenties op de korte termijn. De werkloosheid stijgt razendsnel, het economisch herstel gaat waarschijnlijk jaren duren… Daar moet de Hanzehogeschool ook op anticiperen. Wat kunnen we doen om mensen straks om- en bij te scholen? Kunnen wij ervoor zorgen dat mensen de opleidingen kunnen volgen die ze graag willen volgen? En kunnen wij de opleidingen aanbieden waar de maatschappij om vraagt?

De werkloosheid stijgt razendsnel, het economisch herstel gaat waarschijnlijk jaren duren… Daar moet de Hanzehogeschool ook op anticiperen

‘Veel schools worstelen met flexibilisering, maar de komende jaren zal het echt van groot belang zijn dat die omslag er komt. We zullen daar extra capaciteit op moeten inzetten. De samenwerking tussen schools moet verbeteren. Ten faveure van studenten, zij moeten straks echt meer keuzevrijheid krijgen, maar ook ten faveure van de markt, die dan meer te kiezen heeft.’

En hoe ziet de lange, post-covid, termijn er voor de Hanzehogeschool uit?
‘We gaan door met benadrukken dat we een engaged university zijn. Er ligt nu een prachtig pakket bij het kabinet voor de versteviging van de waterstofeconomie. Ik hoop dat we op Prinsjesdag te horen krijgen dat we daar steun voor krijgen. Europa heeft zich eerder al uitgesproken voor Noord-Nederland als waterstofregio en wil die ontwikkeling ook financieel steunen. Als de regering het steunt, betekent dat een enorme nieuwe impuls voor EnTranCe.
‘Ook blijven we ons focussen op Healthy Ageing. De kernvraag voor de komende jaren is: hoe kunnen mensen zelf meer regie voeren over het verloop van hun ziekte? De coronacrisis heeft de vraag naar middelen in de gezondheidszorg alleen maar vergroot, en door vergrijzing was de vraag al groot. Er komen dus hele uitdagende vragen op ons af.

Door corona was iedereen natuurlijk even met zichzelf bezig, dat is ook niet zo gek

Last but not least: ondernemerschap blijft een prioriteit. Het Marian van Os Centrum voor Ondernemerschap heeft de afgelopen jaren drieduizend nieuwe banen gecreëerd en we hebben ook ons doel van vijfhonderd start-ups gerealiseerd. Nu is het tijd om ons de komende jaren meer te focussen op scale-up: hoe laat je je start-up uitgroeien tot een volwaardig bedrijf?’

Vlak voor de coronacrisis werd er gesproken over de Universiteit van het Noorden, een paar weken later zaten we in lockdown en had niemand het er meer over…
‘Door corona was iedereen natuurlijk even met zichzelf bezig, dat is ook niet zo gek. Maar de nieuwe economie heeft door Covid-19 op bepaalde vlakken juist een extra impuls heeft gekregen. Kijk naar de energietransitie, participatie, digitalisering… Dat zijn nu juist de thema’s waar de Universiteit van het Noorden zich op wil richten.
‘Ik zal in mijn openingsspeech ook terugkomen op het succes van het Solar Racing Team afgelopen jaar, vooral omdat het een mooi voorbeeld is van wat ik in de toekomst zie als de Universiteit van het Noorden: een samenwerking tussen hogescholen, mbo’s en de RUG. Die intensieve samenwerking tussen instellingen in het Noorden zou het concept moeten zijn voor de Universiteit van het Noorden: een kennisagenda van en voor Noord-Nederland.’

Merken we daar op korte termijn al iets van?
‘Wel van de intensievere samenwerking, ja. We geven een flinke impuls aan het project Wisselstroom. Tot voor kort draaide alles om doorstroom: het moest makkelijker worden voor Hanze-studenten om een master aan de RUG te doen. Maar waarom ook niet kijken naar de omgekeerde route? RUG-studenten die een professionele master willen doen bij ons, moeten ook makkelijker hun weg kunnen vinden.’

Kun je dan niet beter samen masters gaan aanbieden?
‘Ik sluit het niet uit, maar het is nu nog niet aan de orde. Als je intensief samenwerkt, komen daar vanzelf ook intensieve onderwijstrajecten uit voort. En die trajecten, of het nu mbo-hbo of hbo-wo is, worden dan veel meer hybride dan het stelsel waar we tot dusver inzitten. Dan wordt het wel steeds logischer om zaken gezamenlijk op te pakken.’

Het kabinet heeft de deur opengezet voor de derde cyclus, de evenknie van de academische promotie in het hbo, wat gaat dat betekenen voor de Hanzehogeschool?
‘In verschillende clusters, Healthy Ageing, Energie en de kunstopleidingen, zijn wij nu toegelaten om zo’n traject met andere hogescholen te ontwikkelen. Dat is echt ingrijpend, het betekent veel voor je masters, de scholing van je personeel. Het is net zo’n grote en ingrijpende verandering als toen het hbo masters mocht gaan aanbieden. Dit is de enige cyclus waar we tot nu toe nog van afgesloten waren, en dat is dus straks niet meer zo.’

Na het gelijkschakelen van de titels en toelaten van masters is het ook wel weer een logische volgende stap.
‘Logisch wel, maar tegelijkertijd zwaarbevochten. Wat logisch is, hoeft niet te betekenen dat iedereen het ermee eens is. Voor komend jaar betekent het trouwens nog niet zo veel, maar in het strategisch plan voor de komende jaren zal het zeker wel een belangrijke rol gaan spelen.’

Foto: Luuk Steemers