Het afstudeermonster is ontwaakt.

Het tweede deel van m’n derde studiejaar is in volle gang. Het is het uitgelezen moment om me eens flink druk te maken over de toekomst. Jaar 4 is gevuld met een stage, een meesterproef, een visueel essay en het maken van een voorstelling. Allemaal serious business. Niet dat het op dit moment lang leve de lol is, maar gevoelsmatig zit er nogal een verschil tussen. Ik neem dingen graag serieus, misschien soms wel iets te, maar de stempel Afstuderen brengt weer een hele andere ik in me naar boven.
Vooral de praktische zaken willen nu mijn aandacht. Ze dansen door m’n hoofd op de bijzonderste momenten. Sta ik net m’n haar in de zepen denk ik: visitekaartjes, is dat nog van deze tijd? Is dat niet jammer van de bomen? Op de boodschappenlijstjes staan schetsjes voor een logo. Want dat moet wel een mooi dingetje worden, voor op ’n website, die ik trouwens ook nog moet maken. Uiteraard maak ik die zelf, want een kunststudent heeft altijd een tekort aan geld, maar dat wordt gecompenseerd voor creativiteit in overvloed. En is die website dan ook direct m’n portfolio? Is het papieren portfolio afgedaan? Jammer van tijd en milieu? Een tablet, laptop, computer, smartphone op elke straathoek… waarom dan nog met een analoog portfolio aan de haal? Ook moet ik nog een stage vinden. Maar waar wil ik stagelopen? En ik kan wel wat willen, maar kan dat ook?
Al met al is het duidelijk. Het afstudeermonster is ontwaakt en het begint z’n onwelriekende adem in m’n nek te hijgen. Aan de andere kant is het een kwestie van hard doorwerken. Uit het feit dat ik het tot m’n afstuderen hebt gehaald, blijkt ook dat ik eraan toe ben, toch? En fouten maken kan nog steeds, want die zijn niet gelimiteerd tot je eerste studiejaren of überhaupt tot je studie. Wanneer ik bent afgestudeerd ben ik niet af. Ik ben klaar met studeren, maar ik wil me blijven ontwikkelen. Anders lijkt het me ook zo saai.

De beschouwingen van derdejaars Theatervormgeving Marie van Linschoten zijn iedere week te lezen op het blog van hanzemag.