Het fietsenkapitalisme.

Afgelopen week ging m’n fiets kapot, voor de tweede keer in veertien dagen. Ik vroeg me even af of de fietsenmaker debiel was, maar waarschijnlijker is dat m’n fiets z’n langste tijd heeft gehad. Volgens een vriend van me zit er maar één ding op. Een fiets kopen van een junk. Je weet wel, zo’n heroïneverslaafde die rond een uur of vijf ’s nachts op je afkomt.
‘Fiets koop’n?’

De prijs-kwaliteitverhouding bij fietsenhandel Junky is niet om over naar huis te schrijven

En dat je dan met je zatte harses met zo’n zielige zwijntjesjager gaat onderhandelen over een prijs beneden de tien euro. Heb je weleens goed gekeken naar de fiets? Ik weet niet of het een handelsmerk is of een bepaalde manier om de fiets te herkennen, maar de klemmen van de verroeste spatborden zit altijd los. Dat ze zo lekker klapperen wanneer de junk naar je toe komt gefietst.
De prijs-kwaliteitverhouding bij fietsenhandel Junky is niet om over naar huis te schrijven. Maar het lijkt me überhaupt niet verstandig om naar huis te schrijven dat je nadat je te veel bier hebt lopen hijsen te lui was om naar huis te strompelen en dus voor tien euro een verslaving van een heroïnejunkie in stand hebt gehouden en nu fietst op een rammelbak van negen euro die binnen twee weken weer gejat wordt.

Het is een kartel, de junks zetten overal in Nederland de tweewielerkoersen naar hun hand

Het is gewoon één grote ergerlijke teringbende bij die junks, maar daar hoor je de kranten niet over. Wel zeuren over banken, over te hoge bonussen, over zorgverzekeraars, over oneerlijke concurrentie, over het opbreken van handelsverdragen, over het reguleren van de wietteelt, maar hier in Groningen kunnen ze de nachtelijke fietsenhandel nog niet zo reguleren dat er een enigszins redelijk aanbod ontstaat.
De vrije fietsenmarkt is gewoon volledig doorgesnoven. Die junks kopen van hun bonussen iPhones waarmee ze met andere junks in Heerhugowaard bellen om de tweewielerkoers naar hun hand zetten. Een drugskartel op z’n Nederlands: zij bepalen de prijs van ons edele stalen ros.

Het heeft er alle schijn van dat de onzichtbare hand van de vrije markt vastzit aan een arm waarin regelmatig een flinke naald zit

De leden van het Gazellekartel huppelen gewoon vrolijk door de Albert Heijn waar ze hun opwarmmaaltijden kopen. Is dat integer? Wat een idioterie. Een ware junk hoort zijn rijwielen aan te bieden voor twee euro waarmee hij kruipend langs de onderste schappen een blik Euroshopper inslaat en een Mars óf een pak vanillevla. Dat is integriteit. Deze moderne fietsenhandel loopt de spuigaten uit en de politiek doet er niets tegen. Ze verkwanselen onze tradities en folklore.
Kan dit dan wel, Jantje Roos? Ik hoorde laatst al dat gedoe over nepnieuws, nou, hier heb ik echt nieuws. Het systeem is verneukt, wij worden allemaal bedonderd en het is een grote samenzwering van een kloterige elite aan junkies die post-Sovjetprijzen op fietsen plaatst. Dit is niet hoe Adam Smith de vrije handel heeft bedoeld, met zijn onzichtbare hand. Het heeft er alle schijn van dat deze onzichtbare hand vastzit aan een arm waarin geregeld een flinke naald wordt gezet. En het ergste is: we doen er allemaal aan mee.
Maar ik vertik het.
En ik zit zonder fiets.