Deze studenten wonen in woongemeenschap Oude RKZ.

Bewoners van het Oude RKZ betalen 334 euro huur per maand. Niet veel voor een heel ruime kamer. En dat in een monumentaal pand waarin zich een café bevindt, een bioscoop, een poppodium en een hot tub. Alles op kruipafstand.

Veertig jaar geleden, op 3 september 1979, namen de eerste bewoners hun intrek in het voormalige rooms-katholieke ziekenhuis aan de Verlengde Hereweg in de Groningse wijk Helpman.
In die tijd was kraken vrij normaal. Wonen werd als een recht beschouwd en door lang leegstaande panden te kraken, konden jongeren een dak boven hun hoofd krijgen.
Daarnaast was kraken een middel om speculatie tegen te gaan. Bezitters van vastgoed konden niet rustig afwachten tot het moment waarop hun panden in waarde zouden stijgen. Ze zagen zich genoodzaakt om er iets mee te doen voordat hun bezit in handen van krakers zou vallen.
Veertig jaar later is kraken verboden, rijzen de huur- en huizenprijzen de pan uit en is betaalbare huisvesting met een lampje te zoeken. Maar het Oude RKZ is er nog. De krakers zijn brave huurders geworden, maar de mentaliteit lijkt weinig veranderd. Alternatief, zo is de doorsnee bewoner wel te kenschetsen, anders dan anderen en waarom ook niet?

In de kelder staat een soortement reuzenjacuzzi, welke student heeft dat nou?

ORKZ-bewoners in Groningen
‘Wij wonen hier nog wel een tijdje.’ ORKZ-bewoners Chiara (links) en Clara.

Het souterrain van Chiara Tammaro (22) kijkt uit op een grote tuin waarin de wiet- en tomatenplanten welig tieren. De wierook dampt in de kamer waar een serene orde heerst. Een opgeruimd geheel, een schril contrast met de keldergangen die men sluip-door-kruip-door moet doorkruisen om bij Chiara’s stulpje te komen.
‘Dit is het’, zegt de in Delfzijl geboren Engelse, die net voor de zomer met haar diploma Academie Minerva verliet.
‘Ik wist het vrijwel meteen toen ik hier twee jaar geleden binnenliep: dit is mijn thuis en dat zal het nog een hele lange tijd blijven. Nu zie ik het als een prettige uitvalsbasis voor de projecten die ik m’n hoofd heb. Die zullen me overal naartoe brengen, maar hier kom ik altijd terug. Het bruist hier, zoveel creativiteit tref je niet vaak in één woonomgeving. O zeker, net als ik hebben veel bewoners op Minerva gezeten.’
Clara Franke (21) uit Hamburg bijvoorbeeld, die op het Gedempte Zuiderdiep vormgeving studeert.
‘Ja, hoe gaat zoiets? Ik kende iemand die hier woonde en ging eens langs. Ik kon m’n ogen niet geloven, in de kelder staat een soortement reuzenjacuzzi, welke student heeft dat nou? En het is goedkoop.’
Maar het belangrijkste zijn de mensen in het ORKZ, vindt ze.
‘Ruimdenkendheid voert de boventoon, je kunt je uitleven. De andere bewoners zijn geïnteresseerd, je krijgt de ruimte. Hier is veel meer mogelijk dan in een studentenhuis.’

Het verschil is de saamhorigheid, ORKZ is een community

‘Zeker weten’, zegt Laureen Langkamp (28). Ze is één van de mensen die het programmaboekje maakte voor het veertigste-verjaardagsfeest, dat maar liefst drie dagen duurt.
‘Je moet iets doen voor het gebouw, dat is de enige eis die aan de bewoners wordt gesteld. Posters maken, in de tuin werken, wat je maar leuk vindt en er is altijd wel wat te doen.’
Laureen, die ook al de kunstacademie afrondde, woonde eerder in de Biotoop in Haren, die andere alternatieve woongemeenschap in Groningen.
‘Hét verschil is de saamhorigheid. In de Biotoop zijn de mensen meer op zichzelf dan hier. Dat is prima, hoor. Maar ik vind dit leuker, dit is echt een community.’
De kamer van Laureen is een waar spektakel, planten, boeken, tekeningen, twee fleurige banken met tig kussens. Een urban jungle is het, met een trapje naar een zelfgebouwde halve tussenverdieping die door de hoogte van de kamer nauwelijks opvalt. In de kamer staan gitaren, een keyboard en een drumstel.
‘Die bas is van mij, de rest van de band. Maar ik vind het wel mooi staan, een drumstel in de kamer.’
Het is een ruimte waarin Laureen zich kan uitleven.
‘Vind je dit groot? Dit is één van de kleinere kamers. Kijk daar…’ Ze wijst naar het gebouw aan de overkant van de tuin. ‘Die bovenste verdieping. Hoe groot is die wel niet? Dat is een fokking loft. Echt waar.’