
Het rouwcafé, want niet iedereen praat er met vrienden over
Elke laatste woensdag van de maand komen twintigers en dertigers bij elkaar in café Luhu. In het rouwcafé praten ze over het gemis. ‘Het hoeft niet zwaarmoedig te zijn.’
‘Rouwen is voor iedereen anders, er bestaat geen handleiding voor,’ zegt Myrthe Hoekstra (26), die in 2021 haar masterdiploma International Communication haalde. Myrthe is mede-oprichtster van het rouwcafé in Groningen. ‘Aan het eind van mijn master overleed mijn vader na een kort ziekbed.’ De toen 23-jarige Myrthe kreeg veel steun van vrienden. ‘Geen van hen had een ouder verloren. Gelukkig maar! Maar dat gaf me soms best wel een eenzaam gevoel.’
Het is lastig om het verlies te bespreken met mensen die niet precies weten hoe het voelt
Voor haar omgeving ging het normale leven gewoon door. ‘Na een jaar merkte ik dat vrienden er minder naar vroegen. Misschien verwachtten ze wel dat ik het een plekje had gegeven. Ik bedoel dit echt niet rottig, want mijn vrienden zijn er écht voor me geweest en dat zijn ze nog steeds.’ Maar de rouw en het gemis waren ook niet weg.
Myrthe vond het lastig om het verlies van haar vader te bespreken met ‘mensen die niet precies weten hoe het voelt.’ Daarom meldde ze zich in 2024 aan voor een lotgenotengroep van Humanitas. ‘In zes avondsessies ontmoette ik zeven andere jongeren die wél hetzelfde hadden meegemaakt.’
De interesse in de jongerengroep was zo groot dat Humanitas te weinig begeleiders had
De sessies waren een opluchting. ‘Alleen al het gevoel dat je met jongeren bent van wie je weet dat ze snappen wat je hebt meegemaakt… dat is echt een verademing. In die sessies konden we praten over hoe je laatste gesprek met de overleden dierbare was en over de verschillende afscheidsrituelen die we hadden uitgevoerd.’
Sikkom en het Dagblad van het Noorden schreven over de lotgenotengroep, waarna de aanmeldingen toestroomden. De interesse was zo groot dat Humanitas te weinig begeleiders had. Ze vroegen Myrthe en een paar anderen (Floor van Loenen en Paula Swaving) om een rouwcafé op te zetten. Ze hadden ook al een voorbeeld, een rouwcafé in Amsterdam. ‘Ik zag er meteen iets in. Het is een laagdrempelige manier om lotgenoten te ontmoeten, de setting is prettig en er zijn geen verplichtingen.’
Hulp bij rouw is er wel, maar je moet er vaak erg lang op wachten
Paula kende ze al van de lotgenotengroep, Floor, die haar broer had verloren, stond op de wachtlijst. Met z’n drieën gingen ze aan de slag, Humanitas hield een contactpersoon op de achterhand. ‘We gingen uit van wat we zélf hadden gemist in onze rouwperiode. Hulp was één van die dingen. Die was er wel, maar je moet er lang op wachten.’
In Café Luhu aan de Munnekeholm vond de eerste sessie plaats. ‘Het was meer een pilot’, zegt Myrthe. ‘We nodigden jongeren uit die al bekend waren met de lotgenotengroep en mensen die op de wachtlijst stonden.’ De tien jongeren die de eerste bijeenkomst bijwoonden reageerden positief. ‘We besloten daarom om door te gaan en dat bericht verspreidden we via sociale media.’ Dat sloeg aan. ‘In het rouwcafé van februari sloten zo’n twintig jongeren aan, voor eind maart hebben we al veertig aanmeldingen. Het loopt storm!’
De stellingen gaan niet alleen over rouw en verlies, maar ook over alledaagse dingen
Het succes ligt volgens Myrthe vooral aan de opzet. ‘We beginnen vaak met een heel kort introductierondje waarbij je ook mag vertellen wie je bent verloren, maar dat hoeft niet per se. Daarna doen we een stellingenronde. Je mag opstaan als je jezelf in een stelling herkent.’ Hiermee wordt het ijs gebroken. ‘Je kunt ook alvast om je heen kijken of anderen hetzelfde hebben meegemaakt als jij’, zegt Myrthe. De stellingen gaan niet alleen over rouw en verlies, maar ook over alledaagse dingen, je studie of waar je woont.
Tijdens de rest van het uur praten de lotgenoten verder in groepjes. ‘Hiervoor hebben we zogeheten gespreksstarters gemaakt om het gesprek op gang te helpen. Deze gespreksstarters gaan over het verlies, omgaan met rouw, steun, reflectie, hoop en persoonlijk interesses.’
In de veilige omgeving van café Luhu komen de verhalen vanzelf los
Aan het begin van elke sessie benadrukken Myrthe en haar collega-begeleiders dat elke reactie oké is en dat hun verhalen veilig zijn. ‘Zeker als jongeren er voor het eerst zijn, merk je dat ze iets meer luisteren naar anderen en de kat uit de boom kijken. Maar als ze dan in groepjes uiteengaan voelen ze de ruimte.’
Vaak komen de verhalen vanzelf los en kunnen andere jongeren advies geven. ‘Zo was er iemand die vertelde dat hij nog maar net zijn vader was verloren en nog niet aan het werk was. Zijn werkgever begon te vragen wanneer hij weer zou komen. Hij merkte zelf dat hij hier nog niet aan toe was, maar voelde tegelijkertijd ook de druk om weer te komen. Een paar anderen konden hem goed helpen.’
Myrthe: ‘Vraag niet: heb je het al een plekje gegeven? En ook niet: heb je het al verwerkt?’
Op dit moment is er niet genoeg aandacht voor de verhalen van rouwende jongeren. ‘In ons rouwcafé voelen ze zich echt gezien en gehoord, vaak voor het eerst, soms zelfs als de gebeurtenis jaren geleden is.’
Myrthe denkt dat lessen over rouw op school en trainingen voor leidinggevenden over de omgang met iemand die net een dierbare heeft verloren, al een verschil kunnen maken. ‘Vraag niet: heb je het al een plekje gegeven? En ook niet: heb je het al verwerkt? En hou je verre van de absolute knaller: als ik iets voor je kan doen, moet je het maar zeggen, hoor! Plottwist: dat gaat écht niet gebeuren. Die vragen mogen van ons echt worden afgeschaft.’ Het is veel simpeler: ‘Vaak is een luisterend oor meer dan voldoende.’
Myrthe steekt jongeren die te maken hebben met rouw nog een hart onder de riem. ‘Rouw is voor iedereen anders en er is geen handleiding. Ik gun je iemand die dicht bij je staat die er voor je is als je verdrietig bent, al is het alleen om een luisterend oor te bieden. Heb je die persoon niet of heb je behoefte aan het praten over je verlies met lotgenoten, wees van harte welkom in ons rouwcafé.’
Foto: de uitbaters van het rouwcafé (v.l.n.r.): Myrthe Hoekstra, Floor van Loenen en Paula Swaving