Houthakker.

Terwijl het koffiezetapparaat reutelt als een astmapatiënt, tuur ik door de duisternis naar buiten. Ik ben gek. Ik weet het zeker. Wie anders zou er vrijwillig om half acht ’s ochtends opstaan, wanneer het buiten vijf graden vriest? En wie zou bij het krieken van de dag uit bed stappen om ouderwetse, fysieke arbeid te verrichten? Ik kan me überhaupt niet herinneren wanneer ik voor het laatst zo vroeg uit de veren ben gekomen, maar dat zijn weer hersenspinsels voor een andere keer, er is werk aan de winkel.

Het beste uur voor houthakken is ergens in de vroegte, het beste weer de vrieskou

Houthakken is een klusje voor de laatste en de eerste maanden van het jaar. Wanneer ik mensen probeer uit te leggen wat er leuk aan is, merk ik hoe lastig dat is. Het komt erop neer dat het zeer genoeglijk is om iets kapot te hakken. Het is domme kracht, snelle vernietiging en een simpele vorm van orde scheppen. Ja, soms ben ik een eenvoudige man. Het beste uur voor deze oerarbeid is de vroege ochtend, het beste weer de vrieskou. Het vocht in de stam zet uit, waardoor het hout zich makkelijker laat splijten.
Met een thermoskan koffie onder mijn arm loop ik door de boomgaard bij mijn ouderlijk huis. Het eerste houtblok en de kloofbijl staan al klaar. Alsof ze de hele nacht op mij hebben gewacht. Ik til de bijl op en analyseer het eerste stuk hout. Snel haal ik uit en de bijl plant zich in het blok. Er klinkt een snerpend gekraak en het hout begint kleine scheuren te vertonen. Met enig wrikken, krijg ik de bijl los. Het blok staat er gehavend bij. Waarschijnlijk zal het na één extra slag bezwijken onder de splitsende terreur van de kloofbijl.

Met een vernietigende kraak breekt het houtblok in tweeën, twee zijdes vliegen uiteen

Vlak voor de laatste slag hou ik mijn adem in. Ik hef de bijl en zoek het punt waarop hij moet neerkomen. Met de bovenste hand zal ik de bijl lichtjes bijsturen, maar eerst verplaats ik de bijl naar het uiteinde van de steel waardoor de bijl extra snelheid zal krijgen. Over het hoe en wat hoef ik niet lang na te denken, het is routine, een automatisme, ik lever de bijl soepel over aan de zwaartekracht. Met een vernietigende kraak breekt het houtblok in tweeën, twee zijdes vliegen uiteen. Ik adem diep uit en kijk tevreden naar het schouwspel. Wanneer mijn adem in contact komt met de koude buitenlucht vormen zich zichtbare wolkjes. Een teken van kou, maar ikzelf heb nergens last van. Een oud spreekwoord luidt: hout maakt je twee keer warm. Daar kan geen verwarming tegenop.