Kroost.

De laatste tijd word ik ongevraagd geconfronteerd met het biologische einddoel van mensen. De kinderen van de buren lijken ontdekt te hebben wat herrie maken is en een oud-klasgenoot van de middelbare school wordt vader. Als klap op de vuurpijl moest ik laatst op borrel ruim drie kwartier luisteren naar verhalen over bevallingen, emotionele vaders en ruim negen maanden geen alcohol. Ondanks alle ellende die mijn gesprekspartners hadden ervaren, waren ze het erover eens dat de stap naar het vaderschap de beste beslissing uit hun leven was. Er werd mij verzekerd dat ik, als het bij mij zover mocht komen, er ongetwijfeld hetzelfde over zou denken. Enigszins mentaal verkracht, ging ik naar huis. Ik voelde me oud en het feit dat ik in diezelfde week zes jaar ouder was geschat dan ik ben, maakte het er niet beter op.

Een kind? Soms vraag ik me af of ik überhaupt de verantwoor-delijkheid voor mezelf kan dragen

Als ik in de tijd van de oude Grieken zou leven, zou ik er heilig van overtuigd zijn dat dit alles voortekenen waren van Geras, de god van de ouderdom. Voor de zekerheid checkte ik mijn baard. Ik concludeerde dat ik nog steeds maar één grijze haar heb, net als twee jaar geleden. Ik blijf het een rare gedachte vinden dat je als ouder de volledige verantwoordelijkheid draagt over een ander mens. Een hulpeloos kind nog wel.
Soms vraag ik me af of ik überhaupt de verantwoordelijkheid voor mezelf kan dragen. Mocht ik voor een kind moeten zorgen dan wordt het één grote chaos. Meerdere rampscenario’s schieten door mijn hoofd. Ik zie hoe ik het kind tijdens het inladen van de boodschappen op het dak van de auto zet en vervolgens wegrijd. Of dat ik de vaccinatie-oproep kwijtraak en dat mijn kind als enige buiten de Biblebelt de mazelen krijgt.
Buiten begint m’n buurjongetje keihard te schreeuwen. Het zijn woorden die ik op zijn leeftijd nog niet kende. Wat volgt is een felle berisping (van wat klinkt als de moeder) en een tergend gejank. Inderdaad, voorlopig nog maar niet aan beginnen.