Lale Gül oogst veel bewondering en applaus.

Lale Gül oogst veel bewondering en applaus tijdens haar misschien wel laatste publieke optreden. De bedreigde en daarom goed beveiligde schrijfster spreekt vrijuit in de Marie KamphuisBorg.

Het zijn niet alleen de kinderen van moslims, het zijn ook de kinderen van bevindelijk gereformeerden, van Antwerpse joden, van christenen uit de bible belt, het zijn opvallend vaak hindoestaanse meisjes en het zijn ook de kinderen van atheïsten met onwrikbare opvattingen. Schrijfster Lale Gül (1997) ontvangt hun mailtjes iedere dag. Iedere dag berichten van mensen die opgroeien in een omgeving waarin onwrikbare regels gelden. Regels die je vertellen hoe je je wel en hoe je je niet moet gedragen. Wie niet volgens die regels wil leven, kan ernstig in de problemen komen.

De Brink zit stampvol, het publiek is iets minder wit dan op een doorsnee dag en veel bezoekers hebben het boek bij zich

De Nederlandse van Turkse komaf overweegt om te stoppen met haar publieke optredens, want die worden vaak verstoord door mensen die haar uitmaken voor eigen-nestbevuiler of nog veel erger. De stress die haar dat oplevert, daar zou ze graag vanaf willen.
Tijdens haar bezoek aan de Hanzehogeschool op 19 mei is van stress weinig te merken. De Brink van de Marie KamphuisBorg zit stampvol, het publiek in de zaal is iets minder wit dan op een doorsnee dag, maar het opvallendste is dat veel bezoekers een exemplaar hebben meegenomen van de roman die van Lale Gül binnen de kortste keren een beroemdheid maakte, Ik ga leven.
Voor een kind is de wereld waarin het opgroeit dé wereld. Lale was erg gelovig, vertelt ze. De twijfel begon te knagen toen het tot haar doordrong dat haar vriendinnetjes op school en heel veel ‘lieve mensen’ in de hel zouden komen, om de simpele reden dat ze géén moslim waren. ‘Als dat allemaal waar is, denk ik inmiddels, als je precies moet doen wat je zou moeten doen voordat je in de hemel wordt toegelaten, dan moet zich daar een heel klein gezelschap ophouden. En in de hel moet het dan wel heel erg druk zijn.’

Op haar paplepel lag het idee dat ‘het geluk zit in het je aan de regels houden’

Later kwam daar de twijfel over allerlei andere dingen bij. Ze spreekt van een dubbelleven, van een dubbele identiteit. De ideeën van thuis en de Koranschool stonden haaks op die ze op school tegenkwam. Daar leerde ze dat een vrouw zichzelf moet kunnen zijn. ‘Heel anders dan de vrouw van wie een leven op de achtergrond wordt verwacht.’ Lale heeft trouwens niets tegen vrouwen die kiezen voor zo’n leven, die begrijpt ze best, het gaat haar om de vrouwen die de andere keuze willen maken.
Iedereen zou afstand moeten (kunnen) nemen van een cultuur waarin voor jongens en mannen andere regels gelden dan voor meisjes en vrouwen. ‘Mijn broertje mocht wel te laat thuiskomen, ik kreeg 25 berichten als ik een kwartier later was dan afgesproken.’
Op haar paplepel lag het idee dat ‘het geluk zit in het je aan de regels houden’. Maar waarom, zo leest ze voor uit eigen werk, ‘waarom maakt God wetten die constant vragen om overtreding?’ Dit kun je geen twijfel meer noemen, dit is vertwijfeling, misschien wel woedende wanhoop.

Haar zusje kreeg te horen kreeg dat haar zus de duivel was: ‘Ze was toen nog maar tien, hè?’

Het mooie aan de Lale Gül die op 19 mei op het podium zit, vrijuit pratend met Charlotte Wekker, is de  mildheid die ze toont. Ze heeft de banden met hen verbroken, maar alles wat haar ouders deden, deden ze met de beste bedoelingen, uit liefde. ‘Ze waren op een gegeven moment zo van slag dat ze niet meer naar de moskee durfden te gaan.’
Lale gruwelt van het verdriet van haar zusje van elf, die te horen kreeg dat haar zus de duivel was. ‘Ze was toen nog maar tien, hè? Sommige vriendinnetjes willen of mogen niet met haar spelen. In hoeverre heb ik het recht om zo erg in te grijpen in haar leven?’ Ze heeft medelijden met haar broer die expliciete scènes uit Ik ga leven krijgt toegestuurd. ‘Jouw zus is de schaamte voorbij.’

Ze heeft het te doen met al die mensen die worstelen met een leven tussen twee culturen.
En toch heeft ze de steen in de vijver gegooid, ze heeft het gedaan, een boek geschreven over zo’n leven, dat tot haar eigen verbazing veel minder uitzonderlijk is dan ze dacht.
Als Lale Gül om half vijf de Brink verlaat met een fraai boeket in haar armen, zijn er geen bedreigingen, er is applaus en veel bewondering. In een stuk of dertig Ik ga levens staat een handtekening en een datum die misschien wel gedenkwaardig wordt: 19 mei 2022.