Leermeester Groningen.

De lucht van vers gezette koffie begint langzaam mijn kamer te vullen. Net voordat het aroma zijn toppunt heeft bereikt, blaast een frisse ochtendwind het zachtjes het raam uit. Of het trouwens een ochtendwind is, is discutabel. Het is alweer elf uur. Ik ben een zwakkeling. Een week geen studieverplichtingen en ik verval maar al te graag weer in een waardeloos ritme.

Studenten lijken na de bachelor wel massaal naar de Randstad te vertrekken

Nog steeds half-slapend scroll ik door m’n timeline. Naast de gebruikelijke bullshit kom ik een post van een vriend tegen. Volgend jaar gaat hij in Amsterdam studeren, en hij zoekt huisgenoten om een appartement te delen. Na vijf jaar verlaat hij Groningen. Een keuze die ik steeds meer om mij heen zie. Na de bachelor zeggen ze Groningen vaarwel en trekken massaal naar de Randstad. Ikzelf ben er nog niet aan toe.

Ik ben nog lang niet klaar met Groningen. Ik heb pas net m’n plek gevonden

Een blik in mijn kamer zou wellicht tot een andere conclusie moeten leiden, maar ik geloof dat ik na drie jaar nog niet klaar ben met Groningen en het Groningse studentenleven. Natuurlijk, ik weet welke kroegen ik tijdens het stappen moet mijden, en welke niet. Ik weet welke kant ik op moet fietsen als de brug open staat omdat er weer eens een boot langs vaart. Ik weet dat de goedkope muizenvallen van de Blokker voor geen flikker werken, en dat van een week je vuilnis op je kamer laten staan niks goeds kan komen.
Maar nee, ik ben nog lang niet klaar met Groningen. Ik heb pas net m’n plek gevonden. De ochtendwind is inmiddels afgezwakt en de koffielucht viert hoogtij in mijn kamer. Terwijl ik naar het koffiezetapparaat loop, denk ik nog een les die Groningen me heeft geleerd: huismerkkoffie is prima te drinken, mits je er een dubbele portie van gebruikt.