Make-up, een dingetje

Ik snap soms gewoon niet hoe andere vrouwen dat doen, make up. Wanneer ik ze mooi opgemaakt voorbij zie lopen, zomaar op straat, krijg ik meteen zin om ook zo lekker vrouwelijk te zijn en een heel assortiment geuren en kleuren aan te schaffen. Gelukkig kan ik m’n drang tot impulsaankopen de laatste tijd goed beheersen. Want het gaat altijd mis.
Dat ik geen make-up-goeroe ben, herinner ik me altijd pas nadat ik wél eens heb uitgepakt en zo’n heel palet van één of ander zogenaamd bekend merk heb gekocht. Zo’n naam ken ik meestal ook maar toevallig, omdat ik een tutorial op youtube voorbij zag komen.

Ik herinner me mijn ontzettende afkeer van lipgloss, gatver, wat een smerig spul is dat

Make-up is leuk zolang het niet te warm, niet te koud, niet te nat en niet te waaierig is. En zolang je alleen maar hoeft te zitten en gezien kunt worden (wel zo leuk voor al de moeite die je hebt gedaan). Ik herinner me weer m’n ontzettende afkeer van lipgloss. Gatver. Wat een smerig spul is dat. Toen ik zestien was, smeerde ik het weleens op. Het liefst met glitters, zoals ik op die leeftijd alles het liefst had. Thuis was het nog leuk, maar al snel nadat je was opgehaald door die leuke jongen van de middelbare school en achterop de fiets of scooter zat, wist je beter. Zo halverwege de rit zat je halve kapsel aan je mond geplakt. Niet leuk meer.

Kleur aanschaffen en de tekening inkleuren. Easy peasy lemon squeezy toch?

De eerste keer dat je smokey eyes maakt met de intentie een zwoele blik te creëren, met als gunstigste resultaat een gevalletje Inez Weski. Bij andere vrouwen ziet het er altijd zo leuk en gemakkelijk uit. Totdat je zelf voor de spiegel staat te kloten en een halve wc-rol verbruikt aan mislukte pogingen. Ik ben misschien niet gemaakt voor deze meisjesmeisje-taferelen.
Ik snap écht niks van het fenomeen foundation, zeker als het richting pannenkoek gaat. Zelf heb ik het te snel warm voor zo’n tube smurrie op m’n gezicht. Ook alláng doorgestreept.
Wat ik nou wél echt mooi vind is lippenstift. Ook niet te moeilijk. Kleur aanschaffen en de tekening inkleuren. Easy peasy lemon squeezy toch? Dus ik deed weer een poging. Huisgenoten gevraagd om advies met het vinden van de juiste kleur, geïnvesteerd in een (blijkbaar) goed merk en thuis begonnen met kleuren. Ik vond het zelfs nog best leuk. Het werd minder toen ik besefte dat er ook gegeten en gedronken moest worden. En laat dat nou dingen zijn die ik nogal veel doe.
Ik hou het voortaan gewoon bij mascara en een simpel lijntje boven m’n ogen. Dát lukt me tenminste nog wel zonder te morsen én het blijft tijdens het eten gewoon op z’n plek zitten. Tenminste, dat hoop ik.