Meester Glapjes.

Als ik een staart had gehad, dan had die nu gekwispeld als een malle. Sterke koffie is ’s ochtends bittere noodzaak, want in de kerstvakantie is m’n hele slaapritme in de war geraakt. Om half elf opstaan is ook heel wat anders dan om half zes. Na de ochtendkring vraagt een leerling: ‘Waarom drinkt u nu alwéér cola?’
‘Jongeman, dit is geen cola, dit is koffie. Kijk zelf maar.’
‘Nee hoor dit is gewoon cola, want het is bruin!’
‘Heel goed, trap niet in die glapjes van meester’, zegt een andere leerling bloedserieus.

Hoeveel beweging krijgen kinderen nog? En wat doet dat eigenlijk met de concentratie?

In de middag staat er een lesje sociale vorming gepland. Een kwartier later merk ik dat het hoog tijd is om te stoppen.
‘Mag ik naar de wc?’ Die vraag kwam in die vijftien minuten wel tien keer voorbij en er zijn ook andere tekenen dat de concentratie is weggevlogen. En dan schakelt een leerkracht (en hij die dat wil worden) op iets anders overs. Ik besluit om een dansje te doen dat ik ter plekke improviseer. Kleuters zijn een dankbaar publiek, ze vinden bijna alles leuk. Zolang je het maar enthousiast brengt en zij niet lang stil hoeven te zitten. Want zoals Pabo-docenten altijd zeggen: ‘Kinderen willen van nature veel bewegen.’
Daarom vind ik het soms zorgelijk dat kinderen al op heel jonge leeftijd zo vaak in aanraking komen met tv, iPad en smartphone. Hoeveel beweging krijgen ze dan nog? En wat doet dat eigenlijk met de concentratie? Een collega vertelde dat sommige leerlingen Pipi Langkous saai vonden. Dat gaat ze veel te traag. Tegenwoordig is alles snel en flitsend.
Snel en flitsend is oké, maar dan vooral als de kinderen dat zelf zijn. Ik laat ze zoveel mogelijk bewegen. In de kring en op het schoolplein. Als ik zelf op een kinderdriewieler rondjes fiets, vinden ze dat geweldig. Zelfs de minst bewegende leerlingen wil dan dolgraag ook op de fiets. En ikzelf? In mij huist zeker een kind, ook ik wil van nature veel bewegen. Als een malle.