Meester Mening.

Op het jeugdjournaal was er deze week een item over de sluiting van basisscholen in Amsterdam. Die gaan een week dicht uit protest tegen het lerarentekort.

Mijn stelling voor de klas luidt als volgt: ‘Een week school missen door het lerarentekort is te veel.’
De klas is gelijk in rep en roer.
‘Ha, lekker weekje vrij!’, klinkt het vrolijk.
Sommige leerlingen kijken zorgelijk.

Veel moeders worden helemaal gek als ze voor een kleuterklas moeten staan

‘Dit is erg’, zegt Sharida, ‘misschien missen we nu wel toetsen en dan moeten we later in het jaar al die toetsen nog maken!’
Hielke is ook niet te spreken.
‘Schooldagen missen, daar word je alleen maar dommer van!’
‘Waarom is er eigenlijk een lerarentekort?’, wil ik weten.
Ook daarover hebben de leerlingen wel een mening. Kim lijkt goede bronnen te hebben.

‘Nou, dat komt omdat heel veel moeders niet meer voor een kleuterklas willen staan. Die hebben thuis al een paar drukke kinderen rondlopen en worden helemaal gek als ze óók nog een drukke kleuterklas draaiende moeten houden!’

Ik reageer verontwaardigd.
‘Dus lesgeven aan groep 6 is niet zo zwaar?’
‘Neee!’ roept de klas in koor.
‘Oo, dat komt zeker omdat jullie zo ontzettend leuk zijn?’
‘Jaaa!’
‘Aha, nou dan weten we dat ook weer. Bedankt, Kim!’

De lieve meester, dat is geen feit, maar een mening

Aan het eind van de dag doen we een lesje over feiten en meningen. Na de klassikale oefensessie, laat ik de leerlingen zelf zinnen bedenken. De meeste kinderen gaan gelijk druk aan de slag. Een paar andere zuchten en kijken moeilijk. Daarom geef ik maar even een zinnetje cadeau.

‘De meester eet een banaan.’ Gauw gris ik een banaan uit de vensterbank. Er wordt gelijk druk geschreven, maar Karel blijft naar me kijken.
‘Meester, u liegt, u eet helemaal geen banaan, want u krijgt de banaan niet eens open, haha!’
De rest van de klas kijkt op en ziet me inderdaad met de banaan worstelen. Vrolijk schrijven ze verder.
Na een tijdje mag Karel zijn zinnen oplezen. Trots zegt hij: ‘De lieve meester, dat is een mening en de deur is twee meter hoog, dat is een feit.’
‘Heel goed, Karel! De bel gaat over vijf minuten en dat is een feit. Dus ruim je spullen op, dan kunnen we zo naar huis!’

Foto (fragment): Alberto Bigoni on Unsplash