Meester Polonaise.

Bij een lesje woordenschat staat het thema Feest centraal.
‘Meneer, wat betekent het woord polonaise?’, wil Jasmijn weten.
Ik roep Carlo erbij, de grootste lolbroek van de klas.
‘Kun jij even een polonaise starten?’

Een paar tellen later vertrekt de hele klas voor een rondje door de school. Tevreden neem ik een slokje water, waarin ik me meteen verslik. Ai, misschien worden er wel toetsen gemaakt… dan is dit niet zo handig!
‘Ho stop! We maken er een stille polonaise van, Carlo!’

Met een paar melktandjes minder gaan de leerlingen weer vrolijk naar hun plek

Carlo hoort het al lang niet meer, die is helemaal in zijn element. Aron hoort m’n woorden nog wel, maar raakt er zo door afgeleid dat hij struikelt. Zo wordt het geen stille polonaise, maar een struikelpolonaise. Gelukkig heb ik mijn leerlingen goed afgericht. Ze weten dat ze niet snel mogen klagen. Met een paar melktandjes minder gaan de leerlingen weer vrolijk naar hun plek.

‘Jasmijn, heb je nu een beetje door wat er met een polonaise wordt bedoeld?’
‘Nee, meester, nog niet helemaal’, zegt ze. Ze kijkt ondeugend.
‘Ik denk dat we het nog een keer moeten doen!’
‘Jaaaaaa!’, roept de klas.
‘Neeeee’, roep ik, net wat harder.
‘Pak gauw je schriftje en ga maar aan de slag met de eerste opdrachten!’

Koken, eten, afwassen… chips, ik moet nog lessen voorbereiden

Als de leerlingen naar huis gaan, heb ik geen reden voor een polonaise. Ik moet nog schriftjes, werkbladen en toetsen nakijken. Vervolgens moet ik alle toetsen analyseren en de bevindingen invoeren in de computer. Om vijf uur wandel ik tevreden naar huis. Alles is klaar voor vandaag. Althans, dat denk ik. Want na het koken, het eten en afwassen bedenk ik me ineens…. chips, ik moet de lessen voor morgen voorbereiden.

Veel juffen doen dit in de avonduren of staan al zolang voor de klas dat het met een kwartiertje doorlezen ook wel lukt. Ik heb nog wat meer tijd nodig. Aangezien ik een ochtendmens ben, gaat de wekker dus om zes uur ’s ochtends. Ik maak lange dagen, maar dat heb ik voor dit fantastische beroep echt wel over. (Al zou een structurele investering in het onderwijs door het kabinet geen overbodige luxe zijn.)